Als u een hoog cholesterolgehalte heeft, is het eerste dat u moet doen, uw dieet en conditie veranderen: minder verzadigd vet, geen transvet, minder suiker en meer activiteit. Als dat uw ‘slechte’ (LDL) cholesterol niet genoeg verlaagt, kan uw arts u aanraden om ook medicijnen tegen hoog cholesterolgehalte te nemen om te helpen. (U moet die levensstijl nog steeds bijhouden.) Er zijn verschillende soorten geneesmiddelen op recept die het LDL verlagen. Leer wat elk van hen doet. De meest voorkomende cholesterolmedicijnen zijn statines. Dit is meestal het eerste type medicijn dat artsen voorschrijven om het LDL te verlagen. Ze verlagen ook triglyceriden, een ander type vet in het bloed, en verhogen licht uw “goede” (HDL) cholesterol.
Statines zijn onder meer:
- Atorastatine (Lipitor)
- Fluvastatine (Lescol)
- Lovastatine
- Pitavastatine (Livalo)
- Pravastatine (Pravachol
- Rosuvastatine calcium (Crestor
- Simvastatine (Zocor)
Studies tonen aan dat statines de kans op een “cardiovasculaire gebeurtenis”, zoals een hartaanval, verlagen.
Bijwerkingen kunnen darmproblemen, leverschade (zeldzaam) en spierontsteking zijn. Een hoge bloedsuikerspiegel en diabetes type 2 kunnen ook waarschijnlijker zijn bij statines, hoewel het risico ongeveer één op de 250 is en de voordelen opwegen tegen de risico’s, aldus de FDA.
Statines voor hoog cholesterolgehalte kunnen ook een wisselwerking hebben met andere medicijnen die u gebruikt. Uw arts moet dat eerst controleren.
Sommige mensen die statines gebruiken, hebben geheugenverlies en verwarring gemeld. De FDA onderzoekt die rapporten en merkt op dat de symptomen over het algemeen niet ernstig waren en binnen een paar weken verdwenen nadat de persoon was gestopt met het gebruik van het medicijn.
U moet grapefruit en grapefruitsap vermijden als u statines gebruikt. Grapefruit maakt het voor uw lichaam moeilijker om deze geneesmiddelen te gebruiken.
Geneesmiddelen die in uw darm werken
Wat ze zijn: uw arts kan deze geneesmiddelen voor galzuurhars of galzuurbindende harsen noemen. Het werk in je darmen. Ze hechten zich aan gal uit de lever en voorkomen dat het weer in uw bloed wordt opgenomen. Gal wordt grotendeels gemaakt van cholesterol, dus deze medicijnen verminderen de aanvoer van cholesterol in het lichaam.
Voorbeelden zijn:
- Cholestyramine (Prevalite)
- Cholesevelam (WelChol)
- Colestipol (Colestid)
Een ander type medicijn, ezetimibe (Zetia), verlaagt het slechte LDL-cholesterol door de opname van cholesterol in uw dunne darm te blokkeren. Studies hebben aangetoond dat bij mensen die al een hartaanval hebben gehad, het risico op hartaanvallen, zoals een nieuwe hartaanval, een klein beetje kan verminderen als u ook een statine gebruikt.
Bijwerkingen: Voor galzuur geneesmiddelen zijn de meest voorkomende bijwerkingen constipatie, gasvorming en maagklachten. Voor ezetimibe zijn de meest voorkomende spier- of rugpijn, diarree en buikpijn.
Eiwitblokkers: PCSK9-remmers
Wat ze zijn: deze medicijnen worden gebruikt bij mensen die hun cholesterol niet kunnen beheersen door middel van levensstijl en statinebehandelingen. Ze blokkeren het eiwit PCSK9, zodat het lichaam LDL gemakkelijker uit uw bloed kan verwijderen.
Ze worden voornamelijk gebruikt bij volwassenen die een genetische aandoening erven die “heterozygote familiaire hypercholesterolemie” wordt genoemd en die het moeilijk maakt om hun cholesterolniveau te verlagen, of bij mensen met een hartaandoening die meer nodig hebben dan een statine. Je krijgt ze elke 2 weken als een injectie.
Voorbeelden:
- Alirocumab (Praluent)
- Evolocumab (Repatha)
Bijwerkingen: Omdat deze medicijnen nieuwer zijn, zal het meer tijd kosten om hun bijwerkingen te leren kennen. In klinische onderzoeken zijn de meest voorkomende voor alirocumab jeuk, zwelling, pijn of blauwe plekken op de plaats waar u de injectie krijgt, evenals verkoudheid en griep. Voor evolucumab omvatten ze verkoudheid, griep, rugpijn en huidreacties wanneer u de injectie krijgt.
Niacine
Wat het is: deze B-vitamine, ook bekend als nicotinezuur, wordt aangetroffen in voedsel, maar is ook op recept verkrijgbaar in hoge doses. Het verlaagt het LDL-cholesterol en verhoogt het HDL-cholesterol.
Voorbeelden zijn:
- Niacin (Niaspan)
- Niacor
Onderzoek heeft niet aangetoond dat het toevoegen van niacine, wanneer u al een statine gebruikt, uw risico op hartaandoeningen verder verlaagt.
Bijwerkingen: De belangrijkste zijn blozen, jeuk, tintelingen en hoofdpijn.
Gericht op triglyceriden: fibraten
“Fibraten” zijn medicijnen die de hoeveelheid triglyceriden die uw lichaam aanmaakt verminderen en die ook uw “goede” HDL-cholesterol kunnen stimuleren.
Voorbeelden zijn:
- Fenofibrate
- Gemfibrozil (Lopid)
Gerichte therapie – ATP-citraatlyase (ACL) -remmers
Wat het is: Bempedoic (Nexletol) zorgt ervoor dat uw lever geen cholesterol verwerkt. Het is ontworpen om LDL te helpen verlagen bij volwassenen met een genetische aandoening die heterozygote familiaire hypercholesterolemie (HeFH) wordt genoemd, waardoor degenen die het hebben een hoog cholesterolgehalte hebben. Het kan ook helpen het LDL te verlagen bij mensen met atherosclerotische cardiovasculaire aandoeningen (ASCVD).
Voorbeelden zijn onder meer: Bempedoic (Nexletol)
Bijwerkingen: infectie van de bovenste luchtwegen, spier spasmen, teveel urinezuur in het bloed, rugpijn, buikpijn of ongemak, bronchitis, bloedarmoede en verhoogde leverenzymen.
Waarom niet, bv in een apart kader, ook rode gist rijst ook genoemd als mogelijk cholesterolverlager?
Er zijn veel mensen de de statines niet verdragen (zoals ik) en bij wie dit toch effectief blijkt te zijn.
De cardioloog wil mij een PCSK-9 remmer geven, (vertelde mijn mijn huisarts) maar ik heb gezegd dat ik toch graag eerst met rode gist rijst wilde proberen omdat deze remmer nogal een heftige werking heeft in je lever.
En al de bijwerkingen waarover ik gelezen heb zijn ook niet mis. Dus nu maar eerst proberen met rode gist rijst en voeding.
Sporten doe ik sowieso al en als dat niet gaat vanwege benauwdheid probeer ik in elk geval een half uur per dag te lopen.
Ik ben benieuwd of ik mijn LDL op deze manier naar beneden kan krijgen.
Dat zal het bloedonderzoek over een tijdje uitwijzen.