AMSTERDAM – Patiënten met hartfalen na een infarct kunnen mogelijk met fors minder ziekenhuisopnamen toe, als een cardioloog dagelijks – maar op afstand – hun hart in de gaten houdt.
Onderzoek in twintig ziekenhuizen moet uitwijzen of de patiënt klachtenvrij te houden is met meetapparatuur thuis, die de arts kan aflezen. Een sensor in de longslagader meet hoe het met het verzwakte hart gesteld is.
Minister Bruins (Medische Zorg) heeft ingestemd met de proef onder 340 patiënten. Hij wil aangetoond zien of met ’telemonitoring’ het aantal ziekenhuisopnamen met een derde is terug te dringen, zoals in de VS.
Carla Jacobs (62) is een van de eerste Nederlandse hartfalenpatiënten die via een in haar longslagader ingebrachte sensor op afstand in de gaten wordt gehouden door haar hartfalencardioloog. De bij haar geplaatste sensor heeft de grootte van een paperclip. „Elke morgen na het wakker worden, pak ik het speciale kussen waar ik dan met mijn hoofd én met mijn borst op ga liggen, terwijl mijn dokter in het ziekenhuis de toestand van mijn hart bekijkt. Daardoor hoef ik niet elke keer voor controle naar het ziekenhuis.”
De specialist in het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam, dr. J.J. Brugts, leest zo nodig dagelijks de gegevens af van de ’telemonitoring’-apparatuur, die het vernuftige kussen naar hem toestuurt. Zo krijgt hij een goed beeld van de actuele conditie van het hart van zijn patiënt. „De sensor meet heel nauwkeurig de druk in een bloedvat”, legt Jasper Brugts uit. „Zo is door bloeddrukverlaging de eventuele overdruk in het hart tijdig terug te dringen, door aanpassing van medicijnen, zoals plastabletten.”
SPRONG VOORWAARTS
De behandeling van hartfalen lijkt daarmee een grote sprong voorwaarts te maken. Dokter Brugts is blij dat het daardoor weer goed gaat met mevrouw Jacobs, die een zeer ernstige vorm van hartfalen doormaakte. „En ik ben blij met hém…!”, reageert goedlachse Carla uit Rotterdam-Overschie, waar zij ook een marktstandplaats heeft.
Toch is haar hart er niet zonder schade afgekomen. Carla leeft – en hoe – maar haar bloedpomp heeft averij opgelopen en is niet meer tot dezelfde prestaties in staat als vóór het infarct. De pompfunctie is onvoldoende, waardoor de overdruk in het hart ontstaat. „Dat gaf eerst dikke benen en vocht achter mijn longen. Daardoor had ik het regelmatig erg benauwd en moest dan worden opgenomen”, vertelt de nu gelukkige patiënt.
“Test straks in twintig ziekenhuizen”
Zij is niet de enige beschadigde overlevende. In de komende jaren zullen er ongeveer 250.000 Nederlanders met chronisch hartfalen zijn. Weliswaar hebben ze door betere medische technieken en toegespitste zorg een hartinfarct overleefd, maar de schade is onherroepelijk. Veel overlevers kampen met de overdruk in het hart. Het is een groep patiënten die voortdurend voor controles of opvlammende hartproblemen wordt opgenomen.
Minister Bruno Bruins (Medische Zorg) wil nu echter dat twintig ziekenhuizen in Nederland de betreffende CardioMEMS-sensor gaan testen. Dit om te kijken of dit hartbewakingssysteem net zo floreert in Nederland als in de VS, landen met onvergelijkbare zorgstelsels. Daar is het aantal ziekenhuisopnamen bij patiënten met chronisch hartfalen met meer dan 37 procent teruggebracht. Het heeft er tot een enorme kostenvermindering geleid. De Nederlandse minister heeft nu 3,8 miljoen euro voor directe zorg toegezegd om het hartfalensysteem nader te onderzoeken. Het farmaceutische bedrijf achter de (door FDA goedgekeurde) sensor dient van de bewindsman de kosten voor de nadere studie te betalen: 1,8 miljoen euro.
Zo’n 340 patiënten gaan vooralsnog tot de ’testgroep’ behoren. Uitsluitend worden patiënten tot de studie toegelaten die aan speciale criteria voldoen. Naast alle academische centra (uitgezonderd Radboudumc in Nijmegen), zal het nieuwe hartcontrolesysteem worden uitgeprobeerd in onder meer de Isalaklinieken (Zwolle), OLVG in Amsterdam, HagaZiekenhuis (Den Haag), Máxima Medisch Centrum (Eindhoven) en het Medisch Spectrum Twente.
“’Ik heb wel een jasje uitgedaan’”
„Ik heb wel een jasje uitgedaan”, kijkt mevrouw Jacobs terug. Zij behoort tot het groepje van 18 Erasmus-patiënten dat deze vernieuwende behandeling heeft ondergaan. „Maar af en toe denk ik inmiddels: ik heb, zo ook op dit moment, helemaal nérgens meer last van…”
Wanneer die ’blikseminslag in haar borstholte’ zich voltrok, weet Carla Jacobs niet precies meer. „Na een lange dag markten voelde ik me op 16 juni niet zo lekker, met een raar gevoel in mijn linkerarm. Maar ja, wij zijn ’marktmensen’, dus niet zitten kniezen, doorgaan! Ook in de dagen erna ging het niet zo goed. Toen wij enkele dagen later ’s nachts om 4 uur de verkoopwagen op het marktterrein parkeerden, waar dan later de kramen komen te staan, werd ik beroerd en ging onderuit. Met loeiende sirene werd ik eerst naar het Franciscus Ziekenhuis en vervolgens naar het Maasstad Ziekenhuis vervoerd, om uiteindelijk uit te komen in het Erasmus MC, waar ik een week op de intensive care lag.”
Enkele maanden later, in december, volgde een zware operatie. Daarbij werd een deel van de hartspier verwijderd, een gaatje gedicht in het schot tussen de hartkamers, een nieuwe hartklepprothese geplaatst, alsmede twee stents ingebracht en een omleiding gemaakt. „Kort na de operatie voelde ik me best goed, maar in februari en maart begon ik vocht vast te houden. Grote ellende was dat.”
HEILIGE GRAAL
Cardioloog Jasper Brugts: „De vullingsdruk in het hart is de ’heilige graal’ van de hartfalenbehandeling, want alle medicijnen grijpen daarop in. Een verergering van hartfalen zal zich ook vertalen in een langzame stijging van de vullingsdruk. Onderzoek leert dat dit twee tot drie weken vooraf gaat aan gewichtstoename en klachten. Door de vullingsdruk op afstand te monitoren, kan een arts dus eerder ingrijpen en klachten van hartfalen voorkomen… en zo ook een eventuele nieuwe opname.”
Vanaf 1 april wordt deze behandeling voorwaardelijk vergoed en start het onderzoek, waarvan Brugts projectleider is. „Buitengewoon elegant dat de minister voor deze weg heeft gekozen: hij wil geen patiënt een kans onthouden. Als het systeem blijkt te voldoen aan de uitgangspunten – betere kwaliteit van leven én minder ziekenhuisopnamen – dan wordt het na drie jaar breder ingezet. Zo niet, dan stopt de test.
Telegraaf 12 maart 2019
Geef een reactie