{"id":2339,"date":"2020-06-20T08:42:39","date_gmt":"2020-06-20T08:42:39","guid":{"rendered":"https:\/\/vrouwenhart.nl\/?p=2339"},"modified":"2022-01-31T13:53:30","modified_gmt":"2022-01-31T13:53:30","slug":"komt-een-vrouw-bij-de-dokter","status":"publish","type":"post","link":"https:\/\/vrouwenhart.nl\/nieuws-over-hartinfarct-bij-vrouwen-vrouwenhart\/komt-een-vrouw-bij-de-dokter\/","title":{"rendered":"Komt een vrouw bij de dokter. Interview in De Standaard met o.a. Caroline Verhage en Toine Lagro-Janssen"},"content":{"rendered":"

Een vrouw is geen man met borsten en zonder penis. Toch doet de medische wetenschap al eeuwen alsof dat wel het geval is. \u2018Als dokter moet je je bewust zijn van het geslacht van je pati\u00ebnt, anders riskeer je haar tekort te doen.\u2019 We interviewen o.a. Caroline Verhage<\/a> en Toine Lagro-Janssen.<\/p>

Door Eva Berghmans Illustraties Rhonald Blommestijn<\/p>

De Standaard zaterdag 20 juni 2020 om 3.25 uur<\/p>

\"Caroline<\/a><\/figure>

\u2018Je werkt te hard, je hebt te veel stress, doe wat rustiger aan. Dat zei zowel de huis- als de bedrijfsarts toen ik last had van vermoeidheid, kortademigheid en spierpijn. Ik had een drukke baan, twee kinderen en een actief sociaal leven. Omdat ik dacht dat de dokters gelijk hadden, heb ik ander werk gezocht. Maar ik bleef me belabberd voelen. Een bloedonderzoek wees niets uit.\u2019<\/p>

\u2018Twee keer per week ging ik sporten. Op een zondagochtend voelde ik me niet zo goed. Mijn sportinstructrice keek me aan en zei: je hebt een hartinfarct, we moeten nu naar de spoed. Ik wou haar eerst niet geloven, ik had geen stekende pijn in mijn linkerarm en al evenmin een beklemd gevoel op de borst. Ze had gelijk. Ik had een hartaanval, ook al kon de spoeddokter niet meteen iets aan mijn hart vinden, tenzij een klein obstakel, te klein om een hartaanval te veroorzaken.\u2019<\/p>

Caroline Verhage (57) is officieel hartpati\u00ebnt sinds 2016, maar allicht is ze het al veel langer. Na de geboorte van haar tweede kind, in 2000, had ze al soortgelijke symptomen, die ook in de jaren nadien in periodes terugkwamen. Ze onderging een maagonderzoek, waaruit niets bleek, en kreeg het advies het rustiger aan te doen. Zelfs na haar eerste hartinfarct kreeg ze geen adequate zorg. \u2018Ik had pech gehad, zei de dokter. Er was niets structureels mis met mijn hart. Na een week in het ziekenhuis stuurden ze Caroline Verhage naar huis, met medicijnen waar ik me niet beter van ging voelen: ACE-remmers, b\u00e8tablokkers, plastabletten en statine, allemaal niet getest op vrouwen. Ik kreeg er spierpijn van, werd vergeetachtig, vermoeid en kwam bij. Pas toen ik in 2017 bij een vrouwelijke cardioloog terechtkwam die gespecialiseerd was in het vrouwenhart, kreeg ik bloedverdunners, en bleek uit een onderzoek wat het probleem was: mijn hart pompte nog amper. Met een openhartoperatie hebben ze de schade proberen te herstellen, maar ik heb me nooit meer de oude gevoeld.\u2019<\/p>

\u2018Er zijn zeker doden gevallen door de beperkte kennis van het vrouwenhart\u2019<\/p><\/blockquote><\/figure>

Toine Lagro-Janssen<\/em><\/pre>
Huisarts en expert gender en gezondheid<\/pre>

Caroline Verhage is geen alleenstaand geval. Via de door haar opgerichte site vrouwenhart.nl leerde ze zo\u2019n 1.800 vrouwen kennen die erg lang op de diagnose van hun hartproblemen hebben moeten wachten. Dat is geen onwil van hun dokters, het is een gebrek aan kennis. Hartproblemen manifesteren zich bij vrouwen geregeld anders dan bij mannen, en het beeld dat dokters van een hartinfarct hebben, is het beeld van de man die een drukkende pijn voelt, naar zijn hart grijpt en neervalt.<\/p>

\u2018Er zijn zeker doden gevallen door de beperkte kennis van het vrouwenhart\u2019, zegt Toine Lagro-Janssen, huisarts en emeritus hoogleraar vrouwenstudies medische wetenschappen. \u2018Het vergt ander onderzoek om atherosclerose (aderverkalking, red.) <\/em>in de aders van het hart van vrouwen aan te tonen. Bij pati\u00ebnten die niet de klassieke symptomen van een hartaanval vertonen, vaak vrouwen, zijn het niet de grote aders die geblokkeerd zitten, maar de kleinere bloedvaten die verstopt raken. Ook kan de wand van de vaten verdikt zijn, waardoor het bloed niet meer vlot kan stromen. Die zaken zie je niet met een coronaire angiografie, wat het standaardonderzoek voor atherosclerose van de hartvaten is.\u2019<\/p>

Toine Lagro-Janssen heeft jarenlang de leerstoel \u2018Sekseverschillen in ziekte en gezondheid\u2019 aan het Radboud UMC in Nijmegen bekleed, maar in de allereerste plaats is ze een vrouw uit de praktijk. In 1977 vestigde ze zich als eerste vrouwelijke huisarts in Nijmegen. Een oog voor genderrollen had ze al wel, maar het was in haar spreekkamer dat ze zich ten volle bewust werd van het subtiele samenspel tussen de rollen die mannen en vrouwen aangemeten krijgen in de samenleving en hun kwetsbaarheden. \u2018Als dokter moet je heel goed kijken naar wie er voor je zit. Ik heb veel vrouwen gezien die met een lichamelijke klacht kwamen, en uiteindelijk voor het eerst in hun leven vertelden over seksueel misbruik of geweld. Maar ook mannen zitten in een mal \u2013 echte mannen huilen niet, bijvoorbeeld \u2013 die maakt dat je soms verder moet kijken dan de klacht waarmee ze komen. Ik heb heel veel eenzame mannen gezien, autistische mannen, alcoholverslaafde mannen, mannen die met niemand durfden te praten over het gevoel dat ze hun leven niet meer onder controle hadden.\u2019<\/p>

\"\"\/<\/a><\/figure>

Om zowel vrouwen als mannen optimale zorg te kunnen bieden is, behalve een sterker bewustzijn van de genderrollen, nog veel meer kennis nodig over het vrouwenlichaam, en hoe ziektes zich daarin manifesteren. \u2018Het lichaam is in de geneeskunde altijd gezien als het mannenlichaam. Wat men in het mannenlichaam vond, dacht men gewoon te kunnen vertalen naar het vrouwenlichaam\u2019, zegt Toine Lagro-Janssen. \u2018Dat klopt niet, dat zie je heel duidelijk bij hartproblemen en bij medicatie. Er zijn ook nog veel gebieden waar amper onderzoek naar gedaan is, bijvoorbeeld omdat de medische professie het geen belangrijke klachten vond. In november 2019 is daarom onder redactie van Doreth Teunissen en mezelf het boek Urogynaecologie <\/em>uitgekomen, een handboek over gynaecologische en urologische klachten bij vrouwen en mannen, omdat de zorg voor die klachten bij huisartsen nog heel veel kan verbeteren.\u2019<\/p>

ADHD en autisme<\/p>

\u2018Toen ik begin dertig was, had ik allerhande kleine klachten. Ik was moe, kon me niet meer concentreren en organiseren. Mijn hele leven was chaos. Soms had ik koorts zonder dat ik ziek was.\u2019<\/p>

Pas toen Eveline Roux (43) op haar 36ste aan de huisarts vroeg om haar te testen op ADHD, gebeurde dat effectief. Ze bleek de aandoening te hebben. \u2018Ik herinnerde hoe een vriendin me tien jaar eerder over ADD en ADHD had verteld. Ik herkende wat ze vertelde, en toch dacht ik dat iedereen functioneerde zoals ik: moe en energiek tegelijk, impulsief, altijd spelen met het idee om in het buitenland te gaan werken, nooit helemaal tevreden met wat ik had. Ik deed toen online een test, die aangaf dat er een heel re\u00eble kans was dat ik het had, maar pas tien jaar later vertelde ik het aan de dokter. Mijn huisarts bekeek de hypothese eerst sceptisch, hij dichtte mijn klachten aan mijn levensfase toe \u2013 ik had in 3,5 jaar tijd drie kinderen gekregen. Maar ik had die klachten al voor ik kinderen kreeg.\u2019<\/p>

Meisjes met ADHD praten veel, of slaan aan het dagdromen. Hun gebrek aan concentratie wordt toegedicht aan hun karakter, niet aan een mogelijke stoornis<\/p>

Terwijl bij jongens ADHD vaak al als kind wordt vastgesteld, wordt er bij meisjes doorgaans niet eens aan gedacht om ze op ADHD te testen. Jongens met ADHD neigen ernaar om de orde in de klas te verstoren, ze maken een hoop drukte, en worden doorverwezen en getest. Meisjes met ADHD praten veel, of slaan aan het dagdromen \u2013 hun gebrek aan concentratie wordt geweten aan hun karakter, niet aan een mogelijke stoornis. Ook autismespectrumstoornissen blijven om soortgelijke redenen bij meisjes vaak lang onopgemerkt \u2013 een schrijnend voorbeeld haalde begin dit jaar het nieuws met het euthanasieproces rond Tine Nys. Zowel bij ADHD als autisme heeft het onderzoek zich heel lang \u2013 en nog altijd \u2013 op mannelijke pati\u00ebnten geconcentreerd. De gevolgen op het zelfbeeld van de vrouwelijke pati\u00ebnten zijn niet te onderschatten. \u2018Ik heb zo lang gedacht dat ik dom was, terwijl ik eigenlijk slim genoeg was maar niet wist hoe ik effici\u00ebnt moest leren\u2019, zegt Eveline Roux. \u2018Pas na mijn diagnose heb ik het aangedurfd om te gaan studeren, en ik bleek dat best goed te kunnen. Mijn diagnose heeft me geholpen om mezelf te accepteren, en om een weg rond mijn beperkingen te zoeken. Als de bedrijfsarts die vaststelde dat ik vaker ziek was dan gemiddeld een beter beeld van ADHD bij vrouwen had gehad, had ik veel eerder mijn volle potentieel kunnen bereiken, in plaats van mezelf keer op keer te overvragen.\u2019 Op Facebook beheert Roux intussen een groep met een kleine 800 lotgenoten, met de website adhdbijvrouwen.nl hoopt ze andere vrouwen de lange zoektocht naar een diagnose te besparen.<\/p>

\u2018Het is niet alleen de kennis over hoe sommige aandoeningen zich bij vrouwen uiten die ontbreekt\u2019, zegt Lydia Ketting-Stroet, voorzitter van de Nederlandse vereniging voor vrouwelijke artsen. \u2018Er spelen veel onbewuste patronen mee in hoe dokters naar pati\u00ebnten kijken, en die leiden tot blinde vlekken. In de beoordeling van pijn spelen bijvoorbeeld veel verwachtingen mee. Een meisje dat huilt, is minder verontrustend dan een jongen die huilt. Een man die toegeeft dat hij afziet, zal wel iets ernstigs mankeren, terwijl dokters het bij vrouwen al sneller in het psychosomatische zullen zoeken en een kalmeermiddel of antidepressivum voorstellen.\u2019<\/p>

Structurele achterstelling<\/p>

\u2018Een antidepressivum, dat was wat mijn huisdokter voorstelde. Toen ik gepikeerd reageerde, zei hij dat ik het dan zelf maar moest weten\u2019, zegt Karla (41)*, die tien jaar van dokter naar dokter liep met extreem pijnlijke maandstonden en een ernstige vorm van het premenstrueel syndroom. \u2018Ik vind dat beledigend. Je komt met een klacht die je wanhopig en soms zelfs su\u00efcidaal maakt, en ze \u00adkomen met een lapmiddel in plaats van je ernstig te onderzoeken.\u2019<\/p>

\u2018Een man die afziet, zal wel iets ernstigs mankeren, terwijl dokters het bij vrouwen al sneller in het psychosomatische zoeken\u2019<\/p><\/blockquote><\/figure>

Lydia Ketting-Stroet<\/p>

Voorzitter Nederlandse vereniging voor vrouwelijke artsen<\/p>

Geen enkele van de dokters die Karla in die tien jaar opzocht, dacht aan PMDD of premenstruele dysfore stoornis. Ze kwam zelf bij de diagnose uit, nadat ze maandenlang minutieus haar symptomen had bijgehouden en het internet afgespeurd. \u2018Op de site iapmd.org vond ik een checklist die mijn vermoeden bevestigde. Symptomen beginnen vaak al vanaf de eisprong en duren tot de eerste dag van de maandstonden. Het kan gaan om grieperige spierpijnen, enorme vermoeidheid, mist in het hoofd, depressie en in het extreemste geval su\u00efcidale gedachten. Via dezelfde site heb ik een gespecialiseerde dokter gevonden met wie ik er eindelijk over kon praten. Er is nog geen medicijn tegen de aandoening, het is via trial-and-error zoeken naar wat helpt. De dokter die me behandelt, zei me dat de Yaz-pil, magnesium, calcium, kuisboomextract, vitamine B en C, een strikt dieet zonder suiker, koffie of alcohol en veel beweging een invloed hebben. In 2018 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie de aandoening erkend als een hormonale stoornis \u2013 en niet als een psychiatrische. Dat ik nu weet dat er een fysieke reden is waarom ik tien dagen per maand mezelf niet ben, maakt het iets draaglijker. Vroeger kon ik mezelf ontzettend naar beneden halen als ik op een slechte dag weer eens was uitgevlogen. Ik kan op zulke dagen heel negatief zijn en snel mijn geduld verliezen. Soms moet ik een afspraak afzeggen, omdat het echt niet gaat. Daardoor heb ik vrienden zien wegvallen en heb ik opdrachtgevers verloren. Nu ik weet dat de oorzaak hormonaal is, en dat er geen medicijn is, weet ik dat ik er zo goed mogelijk mee moet leren te leven. Ik ben zelfstandige in bijberoep geworden, zodat ik meer controle heb over de dagen en uren waarop ik werk. Verder zorg ik in die fase van de maand heel goed voor mezelf. Ik plan zo min mogelijk afspraken buitenshuis, rust veel en probeer genoeg te bewegen. Ik ga wandelen met de hond van de buren. Meditatie en qi gong helpen me het hoofd koel houden. Het begrip van de dokter, en van familie en vrienden, doet veel. Voor de rest is aanvaarding cruciaal. In mijn lichaam is nog niet zoveel veranderd, maar in mijn hoofd wel. Helaas rust in de samenleving nog altijd een groot taboe op aandoeningen die met maandstonden te maken hebben.\u2019<\/p>

Er zijn nogal wat vrouwenklachten waarvoor geen medicijn bestaat. \u2018De farmaceutische sector is in hetzelfde bedje ziek als de hele cultuur van de geneeskunde\u2019, zegt Toine Lagro-Janssen. \u2018Het is een sector die altijd gedomineerd is door mannen. Dus er is minder aandacht voor dingen waar alleen vrouwen mee te maken krijgen.\u2019 Pijnlijke maandstonden, bijvoorbeeld, zijn iets waarmee je moet leren te leven. Een aandoening als migraine, die vooral vrouwen treft, is nog altijd niet afdoende onderzocht en behandelbaar. Dat geldt ook voor endometriose, waarbij het soms jarenlang duurt voor vrouwen ernstig genomen worden.<\/p>

De structurele achterstelling van de vrouwelijke pati\u00ebnt door de farmasector gaat nog een stuk verder. Tot in de jaren 90 werden medicijnen, tenzij ze specifiek voor vrouwen ontwikkeld werden, getest op mannen tussen de 20 en 50. De voornaamste reden is dat die niet zwanger kunnen zijn, waardoor er geen ongeboren leven geschaad kan worden \u2013 en de farmasector daar geen schadeclaims voor riskeert. Maar een vrouwenlichaam zit anders in elkaar dan een mannenlichaam. Vrouwen wegen gemiddeld minder dan mannen, ze hebben een hoger vetpercentage en een lager waterpercentage.<\/p>

\u2018Je komt met een klacht die je wanhopig en zelfs su\u00efcidaal maakt, en ze \u00adkomen met een lapmiddel in plaats van je ernstig te onderzoeken\u2019<\/p><\/blockquote><\/figure>

Karla<\/p>

PMDD-pati\u00ebnt<\/p>

\u2018Dat kan ertoe leiden dat sommige medicijnen langer of korter in een vrouwenlichaam blijven hangen\u2019, zegt Loes Visser, apotheker bij het HagaZiekenhuis in Den Haag en onderzoeker in sekseverschillen. \u2018Sommige medicijnen nestelen zich in het vet, andere houden van water. Er is geen standaardlichaam, en dat maakt dat de standaarddosering van een medicijn niet voor iedereen de juiste is. Onlangs is in The Lancet <\/em>een studie verschenen over de oude generatie hartmedicijnen, met onder meer de b\u00e8tablokkers, die stammen uit het tijdperk dat er getest werd op mannen. Blijkt dat de dosering voor vrouwen onnodig hoog is en 40 procent lager zou kunnen.\u2019 Om de zaken nog ingewikkelder te maken, is er ook nog de hormoonhuishouding, waarvan vermoed wordt dat ze een invloed heeft op de werking van medicijnen, maar er is amper onderzoek.<\/p>

Geneeskunde van de toekomst<\/p>

Hoe seksegebonden de effectiviteit en mogelijke bijwerkingen van een medicijn zijn, is onderwerp van een onderzoek waarvan Loes Visser de eerste fase aan het afronden is. Ze keek naar de ziekenhuisopnames in Nederland tussen 2005 en 2018, vanuit de vraag hoeveel ervan veroorzaakt werden door ernstige bijwerkingen van medicijnen. 0,35 procent, zo blijkt, en dat percentage is even hoog bij mannelijke en vrouwelijke pa\u00adti\u00ebnten. \u2018We hadden het anders verwacht, omdat vrouwen volgens onderzoek tot nog toe 50 tot 70 procent meer kans op bijwerkingen hebben \u2013 als we spreken over alle bijwerkingen dan, niet alleen over de heel ernstige die tot ziekenhuisopnames leiden\u2019, zegt Visser.<\/p>

Hoewel het percentage van medicijngerelateerde opnames niet verschilt, zag Visser een groot verschil in het soort medicijnen en bijwerkingen dat mannen en vrouwen het ziekenhuis deed belanden. \u2018Vrouwen krijgen vooral problemen met diuretica \u2013 plaspillen \u2013 die hun natrium- en kaliumhuishouding ontregelen, waardoor ze kampen met hartritmestoornissen, verwardheid, spierslapte. Mannen hebben vaker bloedingen als gevolg van antistollingsmedicatie.\u2019 Die verschillen vaststellen is \u00e9\u00e9n ding, maar nu moet nog worden uitgezocht waar het verschil in bijwerkingen vandaan komt. \u2018Bij de ernstige bijwerkingen heeft het allicht te maken met verschil in lichaamsbouw en hormonen. Bij de minder ernstige bijwerkingen vraag ik me af of er ook culturele factoren meespelen. Dat vrouwen meer bijwerkingen rapporteren dan mannen, zou ook kunnen komen doordat vrouwen hun lichaam beter in de gaten houden en\/of sneller melden dat ze een bijwerking voelen. Misschien hebben mannen evengoed bijwerkingen, maar rapporteren ze die niet, omdat ze bang zijn als kleinzerig bekeken te worden. Het is maar een hypothese, maar ik zou ze graag onderzoeken.\u2019<\/p>

Hoewel er nog een massa onderzoek te doen is, is Loes Visser opgetogen over de evolutie van de laatste decennia. Sinds halfweg de jaren 90 is het verplicht om medicijnen te testen op de \u00adbevolkingsgroepen waarvoor ze bedoeld zijn. Ook is het in de VS verplicht \u2013 en in Europa sterk aanbevolen \u2013 om in de rapportering van testresultaten een onderscheid te maken tussen mannen en vrouwen. \u2018Ook op bijsluiters wordt almaar vaker het onderscheid gemaakt, zeker als het over bijwerkingen gaat. In 2017 was dat al voor meer dan de helft van de nieuwe geneesmiddelen het geval\u2019, zegt Visser. \u2018Ik zou heel graag zien dat er ook systematisch melding gemaakt wordt van verschillen in de effectiviteit, dat zou mijn werk als apotheker vergemakkelijken.\u2019<\/p>

De zorg van de toekomst zal in elk geval meer oog hebben voor het genderperspectief dan tot nu toe het geval is. \u2018Dokters moeten zich daar zoveel mogelijk bewust van worden, en op elk moment ook het genderperspectief voor ogen houden. Dat geldt voor de diagnose, de behandeling en de nazorg\u2019, zegt Lydia Ketting-Stroet.<\/p>

\u2018Het besef dat de standaardpati\u00ebnt niet bestaat, dringt stilaan door in de medische wetenschap\u2019, zegt Toine \u00adLagro-Janssen. \u2018Het is niet alleen een kwestie van het geslacht (m\/v\/x) van de pati\u00ebnt voor ogen houden. Genen, epigenetica (omgevingsfactoren beslissen er mee over welk deel van je genetische aanleg zich uit, red.) <\/em>en gender: dat zijn de drie factoren waar de geneeskunde van de toekomst aandacht voor moet hebben. Pas dan krijg je de meest effectieve vorm van geneeskunde: eentje op maat van het individu.\u2019 Etnische achtergrond, sociale klasse, culturele achtergrond, \u00adlevensgeschiedenis, seksuele ori\u00ebntatie en genetische aanleg spelen een rol in je kwetsbaarheid voor ziektes en je reactie op behandeling. Hoe al die factoren op elkaar inwerken, werd duidelijk in de coronacrisis: mannen zijn zwaarder getroffen dan vrouwen, zwarte mensen zijn zwaarder getroffen dan witte. Het ene heeft, zo vermoeden wetenschappers, te maken met het immuunsysteem van vrouwen. Bij de onevenredig getroffen zwarte klasse in de VS speelt vooral de sociale positie: er is meer armoede, en arme mensen zijn gemiddeld minder gezond dan bemiddelde. Daarbovenop voeren ze de laagbetaalde jobs uit die door de vele contacten een groter risico op covid-19-besmetting vormden.<\/p>

Zachte revolutie<\/p>

Als de nieuwe manier van denken over zorg ingang vindt in de modale spreekkamer, dreigt \u00e9\u00e9n nadeel. Het zou weleens kunnen dat we geregeld wat langer in de wachtkamer zitten als de dokter de tijd neemt om te zien wie \u00adtegenover hem zit, en wat de pati\u00ebnt nodig heeft. \u2018Een pati\u00ebnt komt niet zozeer met een symptoom, maar met een existenti\u00eble vraag\u2019, zegt Lydia Ketting-Stroet. \u2018Je moet boven tafel krijgen welke angst er zit. Soms moet iemand horen dat hij niet zal doodgaan. Soms komt een pa\u00adti\u00ebnt met vage klachten, en blijkt hij depressief. Dat zijn geen dingen die je in 10 minuten kunt doorhebben, wat nog altijd de richtlijn is. Consulten zullen langer worden en navenant gefinancierd moeten worden.\u2019<\/p>

Nu al blijkt dat een consult bij een vrouwelijke arts gemiddeld langer duurt dan bij een mannelijke. Dat is omdat \u2013 u kent het clich\u00e9 \u2013 vrouwen meer praten. \u2018En dat praten loont: pati\u00ebnten zijn gemiddeld tevredener na een consult bij een vrouwelijke arts\u2019, zegt Toine Lagro-Janssen, die een onderzoek voerde naar de duur en opbouw van consultaties door mannen en vrouwen. \u2018Vrouwelijke artsen stellen meer vragen, overleggen meer, toetsen af welke behandeling de pati\u00ebnt verkiest. Een vrouwelijke dokter stelt de pati\u00ebnt op het gemak, en zal haar positie als dokter niet benadrukken.\u2019<\/p>

Het is ook aan de pati\u00ebnten om bij te dragen aan de zachte revolutie in de spreekkamer \u2013 in een campagne van de Nederlandse organisatie Women Inc treffend samengevat als \u2018Komt een mens bij de dokter\u2019. Vrouwen mogen gerust wat veeleisender worden in de spreekkamer, zo beveelt de Britse spoedarts Alyson McGregor aan. In haar pas verschenen boek Sex matters<\/em> wijdt ze een hoofdstuk aan wat vrouwen die willen dat de medische sector hen ernstig gaat nemen kunnen doen. Dingen als deelnemen aan medische testen, bijwerkingen melden, actief zijn in pati\u00ebntengroepen. En vragen stellen in de spreekkamer. \u2018Vraag je dokter of het medicijn werkt voor vrouwen, of de dosis aangepast moet worden, wat de neveneffecten bij vrouwen zijn, of er een wisselwerking met je voorbehoedsmiddel is, of met je menstruatiecyclus\u2019, zei ze in The Guar\u00addian<\/em>. \u2018Er is een kans dat je dokter het niet weet,\u2019 zei McGregor erbij, \u2018maar een goede dokter doet aan levenslang leren. Ik hoop dat dokters zeggen: \u201cIk zoek het uit.\u201d\u2019 <\/p>

* Karla wil om professionele redenen onder een schuilnaam getuigen.<\/p>

Meer info:<\/h3>

Verschenen op zaterdag 20 juni 2020<\/p>

<\/p>