VrouwenHart redactioneel
Op 25 maart 2021 presenteerden gynacoloog Dorenda van Dijken en cardioloog Janneke Wittekoek het webinar over Hart en Hormonen. Zij zijn ook de auteurs van het boek Hart en Hormonen, Fit in de overgang. Karen van Wijngaarden was aanwezig bij het webinar en maakte een verslag voor VrouwenHart.
Dorenda van Dijken over hormonale veranderingen in de overgang en bijbehorende klachten
Voor de pauze, door de host ‘biobreak’ genoemd, gaf dokter van Dijken een presentatie over de hormonale veranderingen in de overgang en de bijbehorende klachten.
Per jaar komen 1 tot 1,5 miljoen vrouwen in de overgang, die tussen de 2 en de 10 jaar duurt. Een groot deel van deze vrouwen ervaart daarbij klachten: 26% ervaart echt hinderlijke klachten, 54% heeft milde klachten en 20% heeft gelukkig totaal geen klachten.
In het boek Hart en Hormonen beschrijft ze dat het grootste deel van de klachten (75-80%) de zogenaamde vasomotore klachten zijn, zoals slechter slapen, stemmingswisselingen, vermoeidheid, concentratie- en geheugenstoornissen en hartkloppingen. Ernstige vasomotore klachten geven een hoger risico op hoge bloeddruk en hart- en vaatziekten. Verder zijn er natuurlijk nog veel meer klachten te benoemen die voor een deel worden veroorzaakt door de overgang, maar helaas ook een natuurlijk gevolg zijn veroudering. Bij ernstige (vasomotore) klachten kan hormoontherapie worden overwogen.
Bijvoorbeeld bij veel klachten van stemmingswisselingen kan hormoontherapie een goede ondersteuning zijn, zeker als de betreffende vrouw al vaker last heeft gehad van depressieve problemen, omdat er tijdens de overgang een grotere kans is dat een depressie terug komt.
Veel vrouwen zijn bang dat hierdoor het risico op borstkanker wordt vergroot, maar uit diverse recente wetenschappelijke studies is gebleken dat over dit over het algemeen niet het geval is. Factoren als langdurig pilgebruik na je 40e, roken, alcohol, menstruatie op jonge leeftijd en dergelijke zijn grotere risicofactoren.
Als een gynaecoloog hormoontherapie overweegt, dan heeft het de voorkeur om dat tijdig rondom de overgang te starten en zal er worden gekozen voor een zo laag mogelijke dosering van het juiste type progesteron en een juiste toedieningsvorm waarbij pleisters vaak de voorkeur hebben. De betreffende patiënte mag daarbij niet al bekend zijn met een verhoogde kans op borstkanker, zoals een erfelijke vorm van borstkanker.
De behandeling zal niet langer dan vijf jaar duren, zo lang als nodig en mogelijk is. Aan het eind zal de hoeveelheid hormonen geleidelijk worden verlaagd om dit te kunnen bepalen. Ineens stoppen is niet wenselijk en ook stoppen en weer doorgaan en weer stoppen ook niet.
Tijdens de overgang neemt de hoeveelheid oestrogeen af en verandert de activiteit van de vaatwand (endotheel). Deze functie neemt al af voordat er andere klachten zijn en het proces van veroudering wordt aanzienlijk versneld door roken. De vaatwand wordt stijver, de bloeddruk gaat omhoog en er is een nadelig effect op het immuunsysteem.
Zoals gezegd geven ernstige vasomotore klachten een hoger risico op hart- en vaatziekten. Het zo vroeg mogelijk starten van hormoontherapie zou hierbij dus een gunstig effect kunnen hebben maar bij een al bestaand hartprobleem is men juist terughoudend met hormoontherapie.
Toch is hormoontherapie zeker niet zaligmakend. Gedurende het leven zijn er een groot aantal risicofactoren op hart- en vaatziekten: stress (zeer belangrijk), zwangerschapscomplicaties, migraine. Hormoontherapie kan al deze factoren niet uitschakelen.
Vasomotore klachten zijn echter van invloed op hartslag en bloeddruk en daarmee op de gezondheid van ons hart. Hormoontherapie kan deze klachten verbeteren en daarmee een gunstige invloed hebben op de functie van de vaatwand. Dus wat is wijsheid?
Voordelen zijn dat hormoontherapie het meest effectief is bij overgangsklachten, zowel voor ons hele lichaam als specifiek bij vaginale klachten. Tevens werkt het preventief bij osteoporose en ondersteunt het bij depressieve klachten. Een vroege start werkt beschermend bij hart- en vaatziekten en er zijn ook aanwijzingen voor een preventief effect op dementie.
Toch zijn er ook nadelen. Bij hormoontabletten is er een hoger risico op trombose en herseninfarcten; bij pleisters is dat niet het geval. Bij hormoontherapie boven de 65 jaar zijn er effecten gezien op de cognitieve vaardigheden. Tenslotte wordt hormoontherapie afgeraden bij vrouwen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten en bij vrouwen die hiermee al bekend zijn.
Samenvattend kan hormoontherapie vooral nuttig zijn bij gezonde vrouwen met ernstige klachten; de kwaliteit van leven kan met hormoontherapie dan aanzienlijk worden vergroot, waarbij de leeftijd van starten een belangrijke factor is (zo vroeg mogelijk). Pleisters hebben de voorkeur boven tabletten, met name bij seksuele problematiek, stemmingsklachten, verhoogd cardiovasculair risico en hoofdpijnklachten. De effecten zijn het meest gunstig als wordt gestart tussen 40 en 45 jaar.
Hormoontherapie wordt niet gegeven bij langer dan 10 jaar menopauze en bij roken.
Janneke Wittekoek over hart- en vaatziekten bij vrouwen
Na de ‘biobreak’ van het webinar over Hart en Hormonen werd het stokje overgenomen door Janneke Wittekoek, cardioloog. Zij begon met het benoemen van vrouw-specifieke factoren voor het ontstaan van hart- en vaatziekten bij vrouwen, zoals problemen tijdens de zwangerschap (hoge bloeddruk, diabetes, miskramen), het vervroegd in de overgang komen, hevige overgangsklachten en bepaalde gynaecologische aandoeningen (PCOS). De overgang is een belangrijk moment bij het ontstaan van hart- en vaatziekten, omdat dan het progesteron en oestrogeen afnemen. Oestrogeen heeft een beschermende werking op de vaten en zorgt ervoor dat de vaten soepel blijven. Verlaging van het oestrogeengehalte kan leiden tot een minder goed werkende ‘bekleding’ van de vaatwand, het endotheel.
Rond het 50e levensjaar hebben vrouwen veel vaker diffuse aderverkalking in plaats van obstructieve afwijkingen in de kransslagaderen. Dit geeft een ander klachtenpatroon en wordt vaak niet herkend en begrepen. Dit zogenaamde niet-obstructief vaatlijden komt vaker bij vrouwen voor dan bij mannen. Door het niet herkennen van de klachten, lopen vrouwen een drie keer zo groot op een infarct als mannen.
Er is dus een belangrijk verschil tussen obstructief vaatlijden en niet-obstructief vaatlijden. Niet obstructief vaatlijden leidt tot spasmen en vaatdysfunctie. Dit kan zowel in de grote als de kleine vaten voorkomen maar soms ook in beide.
Bij 51% van de vrouwen is sprake van microvasculaire problemen (de kleine vaten), 17% de grote vaten en 21% een combinatie van grote en kleine vaten.
Risicofactoren voor obstructief vaatlijden zijn de klassieke factoren roken, hoge bloeddruk, verhoogd cholesterol, diabetes etc. Voor functioneel vaatlijden gelden deze risicofactoren ook met daarnaast nog migraine, zwangerschapscomplicaties en reuma.
Functioneel vaatlijden kent een grillig klachtenpatroon met golfachtige patronen van een beklemmend gevoel op de borst. Deze klachten zijn niet persé inspanningsgebonden, maar komen ook vaak na inspanning of aan het eind van een stressvolle dag. Ook in rust komen de klachten voor, bijvoorbeeld in de nacht. Vrouwen omschrijven het gevoel alsof de BH te strak zit of een ‘harnasgevoel’, het gevoel niet goed te kunnen doorzuchten. Ook pijn tussen de schouderbladen wordt vaak beschreven.
Verstoring van de endotheelfunctie ontstaat bij een verstoorde vetstofwisseling, hoge bloeddruk, diabetes en door roken. Behandeling van hoge bloeddruk leidt vrijwel direct tot een verbetering van de endotheelfunctie.
Oestrogenen zijn van grote invloed op de endotheelfunctie gedurende het leven (cyclus, zwangerschap, kraamperiode, menopauze). Gedurende de menopauze neemt de hoeveelheid oestrogeen af en daarmee ook het beschermende effect op de vaten. Waarschijnlijk is dat ook een verklaring waarom vasculaire dysfunctie (en overigens ook auto-immuunziketen) veel meer voorkomt bij vrouwen dan bij mannen.
Naast medicamenteuze behandeling, kan ook met leefstijlaanpassingen grote winst worden geboekt en kunnen klachten daarmee behoorlijk worden verminderd. Van belang is daarom om aandacht te hebben voor voeding en bewegen, maar ook voor roken, alcohol en voldoende slaap en ontspanning. Het bijhouden van een pijndagboek kan hierbij behulpzaam zijn.
Het boek Hart en Hormonen is bij alle boekhandels verkrijgbaar.
Tekst: Karen van Wijngaarden
Alle columns, interviews en andere redactionele artikelen op deze website zijn eigendom van VrouwenHart.nl. Deze mogen NIET worden verveelvoudigd, gekopieerd, gepubliceerd, opgeslagen, aangepast of gebruikt in welke vorm dan ook, online of offline, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van onze redactie.
Wil je meer weten over VrouwenHart? Volg ons dan op facebook, Instagram, Linkedin of twitter.
Heb je zelf een vrouwenhartprobleem en ben je op zoek naar lotgenoten? Sluit je dan aan bij onze facebookgroepen.