Dr. Petra Verdonk is universitair hoofddocent Participatie en Diversiteit aan het Amsterdam UMC. Zij combineert onderwijs en onderzoek op het gebied van sekse-/genderverschillen in gezondheidszorg en medisch onderwijs. Daarnaast is zij secretaris van de Nederlandse Vereniging Gender & Gezondheid. We spraken met haar in een Vrouwenhart Interview.
Op welke manier bent u bij het vrouwenhart betrokken?
“Ik heb inmiddels enkele decennia ervaring op het gebied van implementatie van sex/gender, plat gezegd sekseverschillen, en minder plat gezegd bredere mogelijkheden voor het integreren van intersectionaliteit[1] in het geneeskundeonderwijs. Ik heb veel onderwijs ontwikkeld en georganiseerd. En ik doe ook onderzoek naar de mate waarin in het geneeskundeonderwijs oog is voor variatie. Zodoende komt het vrouwenhart ook weleens voorbij.
Als onderzoeker ben ik gericht op de vraag hoe het komt dat er zo weinig aandacht is voor de specifieke problemen van vrouwen en voor de genderdimensie in onderwijs en onderzoek. Dat geldt dus niet alleen voor het vrouwenhart, maar bijvoorbeeld ook voor thema’s als partnergeweld, menopauze of PMDD[2], of de vraag hoe gender en diversiteit een rol spelen in arbeidsgerelateerde gezondheid.”
Waarom denkt u dat vrouwen zo lang onderbelicht zijn gebleven in onderzoek?
“Een belangrijke reden ligt in wat ik maar de patriarchale samenleving zal noemen. Onderzoek werd in het verleden vooral gedaan door mannen uit de gegoede burgerij. Die mannen zaten in een traditionele rolverdeling en waren geneigd om de mannelijke situatie als uitgangspunt te nemen.”
Recentelijk speelde dit in het onderzoek naar de bijwerkingen van covid-vaccinaties. Er ontstond ophef toen bleek dat in dit onderzoek geen onderscheid was gemaakt naar sekse.
“Ik heb hierover een radio-interview gegeven met Patrick Lodiers[3]. In dit interview heb ik uitgelegd dat het voor onderzoekers geen rocket science is om het onderzoek op te splitsen naar mannen en vrouwen. Vrouwen waren al geïncludeerd in het onderzoek, daar hadden ze analyses op kunnen uitvoeren. Een geluk bij een ongeluk in dit geval was dat de bijwerkingen van de covid-vaccinaties heel zeldzaam waren. Maar eigenlijk hadden ze ervoor moeten zorgen dat die maatschappelijke ophef niet hoefde te ontstaan.”[4]
Waar denkt u dat de weerstand vooral in zit?
“Ik zou niet willen zeggen dat de weerstand alleen bij mannen zit. Het is meer de manier van denken. In de geneeskunde werd lange tijd uitgegaan van het neutraliteitsprincipe en het universaliteitsprincipe. Via deze manier van denken is kennis neutraal; het moet niet uitmaken wie het onderzoek doet. De keuzes die gemaakt worden, zijn dan voor iedereen geldig. Inmiddels weten we dat je op die manier groepen uitsluit.
Het idee is dat je evidence based werkt: er wordt onderzoek gedaan, en daar wordt de zorg op gebaseerd. Maar als je dan opmerkt dat er een kwaliteitsslag in het onderzoek ontbreekt, dan zegt dat iets over de praktijk. Dat wordt ervaren als een vorm van kritiek. Maar daar wil ik wel bij zeggen dat mensen wel hun best doen. Het is geen doelbewuste actie om vrouwen suboptimale zorg te bieden.”
Uit onze lotgenotengroepen krijgen we toch ook weleens het gevoel dat klachten van vrouwen door de cardioloog niet altijd serieus genomen worden, en dat hun klachten soms worden weggewuifd als ‘vrouwengezeur’.
“Uit onderzoek weten we dat er sekse-/genderverschillen zijn in communicatie. Er wordt wel gezegd: mannen hebben klachten, vrouwen klagen. Er is veel discussie over de bejegening van vrouwen in de gezondheidszorg. De blik naar vrouwen is nog steeds niet automatisch vrouwvriendelijk. Klachten van vrouwen worden nog te makkelijk weggezet; ze zeuren, ze kunnen niet tegen pijn. Uit de literatuur weten we ook dat pijn bij vrouwen onderschat wordt. Nou is het niet helemaal eerlijk om dit bij dokters in de schoenen te schuiven, want die doen ook hun best. Maar van een dokter mag je wel verwachten dat die soms door dingen heen prikt.
Er is ook onderzoek gedaan naar genderverschillen in communicatie tussen arts (gender dyades). Die onderzoeken laten zien dat er wel verschillen zijn. Vrouwelijke artsen besteden bijvoorbeeld meer aandacht aan preventie en leefstijl. Vrouwelijke artsen nemen ook meer tijd per patiënt, en krijgen ook meer informatie van hun patiënten. Maar hier moet ik bij zeggen dat dit al wat ouder onderzoek is. Het zou kunnen dat dit inmiddels aan het veranderen is (en dat mannelijke en vrouwelijke artsen steeds meer op dezelfde manier consulten voeren).”
Vindt u dat u een speciale rol vervult in het uitdragen van de vrouwenhartproblematiek?
“Ja. Ik vind het belangrijk dat wetenschappers bij wie het kwartje is gevallen over hoe bestaande kennis niet voor iedereen ‘even waar’ is, zich uitspreken en actief bijdragen aan verandering. Dat begint met de erkenning dat de medische wetenschap niet neutraal en niet universeel is. Vanuit die erkenning kunnen we stappen maken richting een kwaliteitsslag.”
Wat doet u om eventuele sceptische of onwetende collega’s te informeren en overtuigen?
“Ik moet het doen met de tools die ik heb: onderwijs en onderzoek. Ik ben tevens secretaris van de Nederlandse Vereniging Gender & Gezondheid en wij organiseren o.a. wetenschappelijke congressen en spreken ons uit richting bijvoorbeeld subsidiegevers. Daarnaast spreek ik me publiekelijk uit. Ik denk vaak dat ik daar misschien nog wel de meeste impact heb, maar misschien is dat wishful thinking en raakt men alleen maar geërgerd. Hoe dan ook, we zullen onze vinger op moeten blijven steken.”
Hoe staan uw collega’s tegenover uw werk voor het vrouwenhart?
“Ik heb slimme en betrokken collega’s op mijn afdeling en in mijn sectie. Ik heb ook de ervaring dat op klinische afdelingen steeds meer mensen geïnteresseerd beginnen te raken, en hun eventuele weerstand achter zich laten. Er zijn steeds meer onderzoekers die er rekening mee willen houden. En het staat nu ook in de richtlijnen. Onderzoeken moeten voldoen aan bepaalde criteria, waarvan gender er één is.
Maar over de hele linie gaat het wel erg langzaam – de mensen die het verschil kunnen maken zijn toch nog maar mondjesmaat bereid. Eigenlijk is de cardiologie de discipline waar dit nog het beste is geland. Onlangs verscheen er een internationaal review over cardiologie en vrouwen, waarvan Angela Maas en Yolande Appelman mede-auteurs zijn[5].
En ZonMw heeft onlangs het onderzoeksprogramma ‘Gender en Gezondheid’ afgesloten. Een derde van deze onderzoeken had betrekking op het hart. We wachten met smart op het vervolg van dit programma, zodat we de onderzoeken nog wat kunnen verbeteren.”
Welke ontwikkelingen verwacht u op het gebied van het vrouwenhart?
“Ik verwacht een shitload aan kennis mede dankzij het eerder genoemde programma Gender en Gezondheid, waar zeker enkele miljoenen zijn gestoken in onderzoek naar sekse/gender en het hart. Dat komt allemaal beschikbaar de komende tijd, en zal vertaald moeten worden naar de zorgpraktijk. Ik verwacht ook dat jonge dokters open staan voor deze onderwerpen, en dat zij het niet als kritiek op hun handelen zullen ervaren maar als logisch thema binnen hun werk.”
Als VrouwenHart zijn wij bij enkele van deze onderzoeken betrokken om het patiëntenperspectief te vertegenwoordigen
“Het is een goede ontwikkeling in onderzoek dat er steeds meer mét patiënten wordt onderzocht in plaats van óver patiënten. Dat patiënten ook kunnen bijdragen aan het onderzoek. Daarom vind ik het zo goed wat jullie (VrouwenHart) doen. Alle initiatieven op dit terrein zijn nodig. Verandering moet van verschillende kanten tegelijk komen.”
Tekst: Petra Verdonk / Annemiek Hutten
Alle interviews op deze website zijn eigendom van VrouwenHart.nl. Deze mogen NIET worden verveelvoudigd, gekopieerd, gepubliceerd, opgeslagen, aangepast of gebruikt in welke vorm dan ook, online of offline, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van onze redactie.
[1] Intersectionaliteit (ook wel kruispuntdenken genoemd) is het fenomeen dat maatschappelijke ongelijkheid zich voordoet langs verschillende assen, die elkaar snijden; de notie dat individuen in een samenleving discriminatie en onderdrukking ondervinden op grond van een veelvoud van factoren (wikipedia).
[2] PMDD staat voor Premenstruele Dysfore Stoornis.
[3] Dit radio-interview is hier te beluisteren: https://www.nporadio1.nl/fragmenten/de-nieuws-bv/644772e8-e758-46d6-8056-71b4c59cf7e6/2021-04-14-vrouwen-zijn-vergeten-in-covid-19-onderzoek
[4] Zie ook: https://vrouwenhart.nl/onderzoek/dr-chahinda-ghossein-doha-over-onderzoek-naar-de-bijwerkingen-van-covid-vaccinaties/
[5] https://www.thelancet.com/journals/lancet/article/PIIS0140-6736(21)00684-X/fulltext