Jeanine Roeters van Lennep is internist vasculaire geneeskunde in het Erasmus MC. Haar speciale interesses zijn man/vrouw-verschillen in de gezondheidszorg in het algemeen en op het gebied van hart- en vaatziekten in het bijzonder. Zij houdt zich bezig met vrouw-specifieke cardiovasculaire risicofactoren. Dit zijn onder andere zwangerschapscomplicaties zoals pre-eclampsie en zwangerschapshypertensie, maar ook vervroegde menopauze, PCOS en menstruatie-gerelateerde klachten. In haar werk combineert ze patiëntenzorg met onderzoek en onderwijs. Op deze manier deelt ze haar kennis met studenten, dokters in opleiding en collega’s.
Het Erasmus MC heeft (als enige ziekenhuis) een langdurige cardiovasculaire nazorg-poli voor vrouwen die ernstige pre-eclampsie hebben gehad. Deze poli is een samenwerking tussen de afdeling vasculaire geneeskunde en de afdeling gynaecologie, met als doel om hart- en vaatziekten bij vrouwen te voorkomen. We spraken met haar in een Vrouwenhart Interview.
Waarom heeft u zich gespecialiseerd in het vrouwenhart?
In 2001 ben ik gepromoveerd op man/vrouw-verschillen in risicofactoren, diagnose en behandeling van hart-en vaatziekten. En dit onderwerp heeft mij nooit meer losgelaten.
Waarom sprak het onderwerp u destijds zo aan?
Toen ik nog medisch student was, verscheen in New England Journal of Medicine een artikel over het Yentl-syndroom[1]. Dat vond ik een interessante bevinding. Ik had toen een studentenbaan waarvoor ik gegevens over hartkatheterisaties bijhield. We hadden een database van 3000 patienten. Daar hebben we toen analyses op gedaan. In die groep vonden we geen aanwijzingen voor het Yentl-syndroom. Bij patiënten die eenmaal naar de cardioloog werden verwezen, zagen we geen man/vrouw-verschillen in kransslagaderlijden. Ook bij de doorverwijzing voor verdere behandeling zagen we geen verschillen. Er waren wel aanwijzingen dat vrouwen eenvoudigere pacemakers kregen dan mannen, maar dat bleek te berusten op een leeftijdsverschil. Vrouwen krijgen namelijk op latere leeftijd hartproblemen dan mannen.
Op die manier heb ik veel verschillende onderzoeken gedaan op het gebied van vrouw-specifieke cardiovasculaire risicofactoren. En op basis van die onderzoeken heb ik mijn proefschrift samengesteld.
Is de aandacht voor het vrouwenhart veranderd sinds uw promotie in 2001?
In die tijd werd er nog gedacht dat het een hype was, en dat het wel weer zou overgaan. Maar de aandacht voor het vrouwenhart is gebleven. Het past ook goed in de trend van personalized medicine, waarbij we medicatie zoveel mogelijk afstemmen op de individuele patiënt.
Vindt u dat u een speciale rol vervult in het uitdragen van de vrouwenhartproblematiek?
Als vasculair internist heb ik net een andere blik op het vrouwenhart dan een cardioloog. Ik kijk wat breder naar hart- en vaatziekten en risicofactoren dan alleen het hart. Daarom noem ik het ook altijd vrouw-specifieke cardiovasculaire risicofactoren. Daarmee denk ik dat ik als professional en onderzoeker, samen met andere specialisten op dit gebied, het verschil kan maken op het gebied van vrouw-specifieke cardiovasculaire risicofactoren.
Bedoelt u dat u als internist meer naar de samenhang met andere ziektes kijkt?
Ja. Cardiologen kijken puur naar het hart. Als internist heb je sowieso een bredere blik. En als internist vasculaire geneeskunde ben je dan gespecialiseerd in hart- én vaatziekten, dus niet alleen hartziekten.
Internisten kijken naar gemeenschappelijke factoren waardoor mensen hart- en vaatziekten krijgen, zoals hoge bloeddruk, suikerziekte, verhoogd cholesterol, erfelijke factoren. Wij krijgen van verschillende orgaanspecialisten patiënten doorverwezen.
Een voorbeeld: een vaatchirurg opereert het been. Een internist kijkt meer naar hoe het komt dat iemand een bloedvat heeft dat dicht zit. En wat we ook doen: voorkomen dat mensen überhaupt hart- en vaatziekten krijgen. Een goed voorbeeld daarvan zijn vrouwen met pre-eclampsie tijdens de zwangerschap. Na hun zwangerschap worden ze beter verklaard. Maar in hun latere leven hebben ze verhoogde kans op hart- en vaatziekten. Dat zijn vrouw-specifieke cardiovasculaire risicofactoren. Als ik mijn werk goed doe, komen die vrouwen daarna nooit bij de cardioloog.
Ik denk daarom dat ik als internist een aanvullende rol heb. We zijn een spin in het web. In het Erasmus MC hebben we een Hart- en Vaatcentrum. Hier werk je als internist tussen de cardiologen en vaatchirurgen. Dan blijven de lijntjes zo kort mogelijk.
Hoe staan uw collega’s tegenover uw werk voor het vrouwenhart?
Het wisselt sterk hoe mijn collega’s staan tegenover mijn werk op het gebied van het vrouwenhart. De meesten vinden het interessant en nuttig. Ik probeer ook veel met hen te praten over wat zij zelf kunnen doen. Een enkeling vindt het onzin, maar uiteraard laat ik mij daardoor niet uit het veld slaan. Ik probeer hen te overtuigen met wetenschappelijke inzichten. Ik merk dat het vooral emotie is die hen in de weg zit. Het wordt gezien als een hype, als iets dat alleen in de media speelt. “Waar zijn de bewijzen?” wordt er dan gevraagd. Zolang je bij de feiten blijft, zijn de meesten best te overtuigen dat onderzoek naar man/vrouw-verschillen belangrijk is.
Heeft de weerstand van eventuele critici niet te maken met het feit dat het vrouwen betreft (en dus afgedaan kan worden als ‘vrouwengezeur’?)
Nee, het is niet zozeer een vrouwending. Ik doe samen met een cardioloog onderzoek naar de menstruatiecyclus. Ik merk daar geen negatieve gevoelens bij.
In het algemeen is het heel interessant om te kijken naar man/vrouw-verschillen. Niet alleen binnen de cardiologie, maar ook bij andere ziektes. Ook interessant is dat er grote verschillen tussen mannen en vrouwen zijn in hoe ze hun klachten omschrijven.
Overigens is het man/vrouw-verschil ook niet zo zwart-wit. Ik heb ook een aantal mannen in mijn poli die een hartinfarct hebben gehad nadat ze vage klachten hadden. Die verliezen het vertrouwen in hun lichaam. Die voelen zich net zo onzeker als vrouwen die zoiets meemaken. Let dus op dat je mannen ook meeneemt in de aandacht voor het vrouwenhart. Maak niet dezelfde fout die mannen in het verleden hebben gemaakt. We willen niet dat mannen met zogenaamde ‘vrouwenhartziekten’ zich miskend gaan voelen.
Welke ontwikkelingen verwacht u op het gebied van het vrouwenhart?
Er komt nu een groot nieuw onderzoek van de Hartstichting naar het vrouwenhart waarbij gekeken gaat worden hoe vrouwen met hartklachten beter gediagnosticeerd kunnen worden (IMPRESS, zie link onderaan dit artikel).
Eén van de onderzoeken gaat over de ontwikkeling van een digitale beslishulp, waarmee huisartsen beter kunnen bepalen welke vrouwelijke, vooral jonge patiënten met pijn op de borst zij naar de cardioloog moeten doorverwijzen.
De onderzoekers ontwikkelen ook een digitale beslishulp waarmee cardiologen beter kunnen bepalen of vrouwen een hartkatheterisatie nodig hebben of niet. Speciale metingen tijdens een hartkatheterisatie kunnen dan uitwijzen of een patiënt problemen in de kleine vaten of vaatspasmen heeft.
Wanneer gaat dit onderzoek van start en wanneer kunnen de eerste resultaten verwacht worden?
We hebben zeer kort geleden (augustus 2020) de officiële ‘go’ gekregen. In het begin van 2021 zullen we gaan starten. Maar dat hangt ook af van de ontwikkelingen rond corona.
Het zal wel een paar jaar duren voordat de eerste resultaten verwacht kunnen worden. Ik ben er wel blij mee dat de insteek van dit onderzoek heel klinisch is. Meestal zijn dit soort onderzoeken heel erg gericht op wetenschappelijke resultaten, maar hier is het onderzoek echt gericht op de behandeling van de patiënten.
U bent ook betrokken bij de Women’s Heart Study, waarin de relatie tussen de menstruatiecyclus en hartklachten onderzocht wordt. Hoe is de status van dit onderzoek?
Het eerste deel van het onderzoek bestaat uit het bijhouden van dagboekjes. Vrouwen houden twee maanden lang een dagboek bij, waarin ze aangeven wanneer ze hartklachten hebben en wanneer ze menstrueren. Deze gegevens worden op dit moment geanalyseerd.
In het tweede deel van het onderzoek wordt specifieker onderzocht hoe het hartritme zich gedraagt tijdens de menstruele cyclus. Hiervoor dragen vrouwen tweemaal twee weken een eventrecorder. Dat is een klein kastje dat je onder je kleding draagt. Dit onderdeel heeft echter flinke vertraging opgelopen door corona. Daarom kunnen we jullie hulp hier bij gebruiken. We zijn nog op zoek naar vrouwen die aan dit onderzoek mee willen werken (zie de link onderaan dit artikel).
Wat is uw toekomstbeeld voor het vrouwenhart?
Meer onderzoek naar de invloed van vrouwspecifieke cardiovasculaire risicofactoren, en het implementeren van de inzichten in de dagelijkse praktijk, bijvoorbeeld door deze te verwerken in richtlijnen. Verder hoop ik dat vrouw-specifieke risicofactoren beter geïntegreerd zullen worden in de zorg voor vrouwen met (risico op) hart-en vaatziekten.
[1] Het Yentl-syndroom verwijst naar het feit dat hartziekten zich bij vrouwen anders openbaren dan bij mannen. Hartziekten bij mannen worden daardoor eerder (h)erkend dan bij vrouwen. Het Yentl-syndroom is genoemd naar de film Yentl, waarin Barbra Streisand zich als man voordoet om serieus genomen te worden.
Voor meer informatie over het IMPRESS-onderzoek: https://actueel.hartstichting.nl/groot-onderzoek-naar-hart–en-vaatziekten-bij-vrouwen/
Voor informatie over en aanmelding voor de Women’s Heart Study: https://womensheartstudy.nl Op facebook is dit onderzoek te vinden onder The Cycle Study.
Tekst: Jeanine Roeters van Lennep / Annemiek Hutten
Alle interviews op deze website zijn eigendom van VrouwenHart.nl. Deze mogen NIET worden verveelvoudigd, gekopieerd, gepubliceerd, opgeslagen, aangepast of gebruikt in welke vorm dan ook, online of offline, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van onze redactie.