Arzu Günal is cardioloog in ziekenhuis Bernhoven in Uden. Zij is gespecialiseerd in vrouwenhartproblemen. Ze behandelt met name patiënten met CMD (coronaire microvasculaire dysfunctie), maar ook bijvoorbeeld patiënten met SCAD (spontaneous coronary artery dissection).
Daarnaast is Arzu Günal secretaris van de werkgroep Gender van de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie. Deze werkgroep heeft als doel de kennis over man/vrouw-verschillen in hart- en vaatziekten bij zorgprofessionals, patiënten en het algemene publiek te vergroten en de patiëntenzorg voor met name vrouwen met hart- en vaatziekten te verbeteren, onder andere door het stimuleren van wetenschappelijk onderzoek op dit gebied.
Waarom heeft u zich gespecialiseerd in het vrouwenhart?
Ik heb mijn opleiding tot cardioloog in het RadboudUMC gedaan, waar ik met Prof. Dr. Angela Maas en Dr. Suzette Elias heb samengewerkt. Ik ben betrokken geweest bij de oprichting van de Microvasculaire Coronaire Dysfunctie polikliniek in het RadboudUMC, en zodoende ook met patiënten in aanraking gekomen met dit ziektebeeld. Het is een uitdaging om deze patiënten te behandelen. We komen steeds meer te weten over microvasculaire coronaire dysfunctie[1] door alle onderzoeken die er wereldwijd worden gedaan, wat het erg interessant maakt.
Kunt u iets meer zeggen over de ontwikkelingen rond CMD?
Dan denk ik met name aan de coronaire functietesten. Dat is iets waarmee we CMD nu kunnen objectiveren. Daarvóór hebben we wel wat dingen geprobeerd met scans. Maar daar kwam dan vaak niet echt iets uit. Maar nu kunnen we echt aantonen dat de bloedvaten niet goed werken.
Hoe staan uw collega’s tegenover uw werk voor het vrouwenhart?
Enkele jaren geleden was er onder collega’s terughoudendheid. Maar tegenwoordig merk ik dat ze er voor open staan, patiënten met mij bespreken en naar mij verwijzen indien ze er zelf niet uitkomen.
Wat doet u om eventuele sceptische of onwetende collega’s te informeren en overtuigen?
Recent is er een leidraad verschenen over klachten van pijn op de borst zonder vernauwingen in de kransslagaderen, die de werkgroep Gender heeft gemaakt. Ik wijs collega’s op deze leidraad en hoop dat degenen die sceptisch zijn deze toch lezen, en hun mening gaan bijstellen.
Wij zijn zelf erg blij met die leidraad, en adviseren vrouwen om hem mee te nemen naar de cardioloog.
De leidraad die er nu is, is bedoeld voor cardiologen. We gaan er ook nog één maken voor huisartsen. Je ziet wel een verandering bij huisartsen. Steeds meer huisartsen zijn op de hoogte van CMD, maar ze weten vaak niet zo goed wat ze ermee aan moeten.
Na de leidraad voor huisartsen is onze intentie ook om een versie voor patiënten schrijven.
In onze achterban zitten veel CMD-patiënten die al jarenlang klachten hebben. Hebben zij ook nog iets aan de leidraad en de nieuwe inzichten?
Ik denk het wel. Veel mensen die al jarenlang klachten hebben, hebben nooit goed onderzoek gehad. Dat kunnen we ze nu wel bieden. Dat zal in de behandeling niet veel uitmaken, maar voor de patiënt is het soms wel een bevestiging dat er echt iets aan de hand is.
Het geeft ons ook meer inzicht. We weten nu bijvoorbeeld meer van de invloed van stress en overbelasting op de klachten. Dan kunnen we daar nog iets op inzetten. Bijvoorbeeld door de medicatie iets aan te passen.
Ook voor mensen die bijvoorbeeld problemen met hun werkgever hebben, of met het UWV, kunnen we iets betekenen. We kunnen naar hen nu objectiveren dat er medisch gezien aan de hand is.
Een vraag die erg leeft bij onze achterban betreft kortademigheid. Veel CMD-patiënten hebben hier last van. Kunt u iets meer zeggen over de relatie tussen CMD en kortademigheid?
Het niet goed functioneren van de vaatjes kan op meerdere manieren, bijvoorbeeld vaatspasmen of onvoldoende vaatverwijding bij inspanning. Bij inspanning moet je hart normaal gesproken harder werken. Het krijgt onvoldoende zuurstof doordat de vaten niet goed functioneren, en daardoor ontstaat er ademtekort.
Er zijn ook mannen die CMD hebben. Hebben die het op een andere manier dan vrouwen?
Mannen kunnen inderdaad ook CMD krijgen, al zijn er veel minder mannelijke dan vrouwelijke patiënten. Er zijn wel verschillen. Bij mannen zie je vaak dat zij al wel coronairlijden hebben, dat ze bijvoorbeeld ooit eerder gedotterd of geopereerd zijn.
Welke ontwikkelingen verwacht u op het gebied van het vrouwenhart?
Er wordt wereldwijd steeds meer onderzoek gedaan naar cardiale problemen bij vrouwen. Ik hoop dat er dankzij deze onderzoeken meer handvatten komen voor de diagnostiek en behandeling van deze patiënten.
Waar ligt uw eigen focus voor de komende twee jaar?
Mijn focus ligt op de behandeling van mijn patiënten en op het landelijk bekend maken van de leidraad die we als werkgroep Gender hebben geschreven onder collega cardiologen, maar ook huisartsen.
Kent u onze website en onze activiteiten op social media?
Ja zeker, het is een fijn platform voor patiënten die vaak met veel vragen zitten. Op jullie website kunnen ze al veel antwoorden vinden. Ik hoor van mijn patiënten ook dat ze het prettig vinden om verhalen van lotgenoten te lezen. De meesten hebben er wat aan om te weten dat ze niet de enige zijn.
Tekst: Arzu Günal / Annemiek Hutten
[1] Microvasculaire Coronaire Dysfunctie wordt ook wel Coronaire Microvasculaire Dysfunctie genoemd. In praktijk betekenen deze twee termen hetzelfde. Door de verschillende schrijfwijzen zijn er ook verschillende afkortingen in omloop. Hier hebben wij gekozen voor de afkorting die op onze website gebruikt wordt: CMD.
De volledige tekst van de leidraad staat op onze site. Let op: de tekst is bedoeld voor cardiologen, en niet primair voor patiënten. https://vrouwenhart.nl/onderzoek/leidraad-voor-cardiologen-bij-pijn-op-de-borst-zonder-coronair-lijden/
Het originele document is te vinden op de website van de NVVC: https://www.nvvc.nl/Richtlijnen/NVVC%20Leidraad%20AP%20zonder%20obstructief%20conorairlijden%20def%20versie_24-6-20.pdf
Alle interviews op deze website zijn eigendom van VrouwenHart.nl. Deze mogen NIET worden verveelvoudigd, gekopieerd, gepubliceerd, opgeslagen, aangepast of gebruikt in welke vorm dan ook, online of offline, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van onze redactie.