“Ik probeer mensen zoveel mogelijk terug te krijgen naar hun best mogelijke leven. Teruggaan naar reizen en sporten als dat kan.”
Dr. Agostoni werkt als interventiecardioloog in het Hartcentrum ZNA in Antwerpen. In zijn loopbaan heeft hij als cardioloog gewerkt bij o.a. het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam, het San Raffaele Ziekenhuis in Milaan, het Universitair Medisch Centrum Utrecht en het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. Dr. Agostoni is de laatste jaren onder andere gespecialiseerd in SCAD (Spontaneous Coronary Artery Dissection). Dit is een aandoening die vooral (jonge) vrouwen treft.
Op welke manier houdt u zich bezig met het vrouwenhart?
Als cardioloog zie ik elke dag hartpatiënten. Ik vind het in het algemeen belangrijk om elke patiënt met dezelfde aandacht en betrokkenheid te behandelen. Vrouwen hebben zeker kenmerken die anders zijn dan mannen en deze verschillen moeten in de gaten gehouden worden gedurende de consultatiegesprekken, het plannen van behandelingen en het uitvoeren van ingrepen.
Kunt u iets meer zeggen over die verschillende kenmerken bij vrouwen en mannen?
De verschillen tussen vrouwen en mannen zijn het grootst op jonge leeftijd. Op oudere leeftijd worden de verschillen kleiner. Vrouwen van 80 verschillen niet meer zoveel van mannen. Tot aan de menopauze beschermen de vrouwelijke hormonen tegen atherosclerose (slagaderverkalking). Na de menopauze neemt het risico op atherosclerose toe.
Maar ik heb in mijn patiënten ook jonge vrouwen met atherosclerose. Die hebben vaak een familiale component. Bijvoorbeeld een vader of moeder die op jonge leeftijd een hartinfarct heeft gehad. Roken is een andere belangrijke risicofactor. Roken is sowieso slecht, maar nog exponentieel slechter in combinatie met erfelijkheid. Dan heb je het over de klassieke atherosclerose.
Bij een SCAD is het wat anders. Bij een SCAD raken de binnenlaag en de buitenlaag van de vaatwand los van elkaar. Hierdoor kan er een bloedvat afgesloten raken, en kan er een hartinfarct ontstaan. Patiënten met SCAD zijn relatief vaak jonge vrouwen. Maar het komt ook wel bij mannen voor.
Opvallend is dat de vrouwen die SCAD krijgen vaak fysiek actief en sportief zijn. We weten nog niet precies wat het mechanisme is. Het lijkt erop dat er een hormonale disbalans is.
Mijn grootste zorg is de psychologische impact van zo’n hartziekte. Die is bij jonge vrouwen groter dan bij oudere vrouwen. Het zijn vaak moeders van jonge kinderen. De consequenties van een hartziekte zijn er niet alleen voor de patiënt, maar voor de hele familie. Dat geldt ook voor jonge vaders, maar voor moeders nog meer. Voor vrouwen van 80 is het gemakkelijker om te accepteren dat ze schade aan hun hart hebben.
Vindt u dat u een speciale rol vervult in het uitdragen van de vrouwenhartproblematiek?
Ik heb vroeg in mijn carrière aandacht gegeven aan specifieke ‘cardiologische vrouwenpathologie’. Daardoor is mijn kennis over het vrouwenhart zeker toegenomen. Maar ik zie mezelf niet als een cardioloog met speciale rol in vrouwenhartproblematiek. Ik wil als cardioloog alle mijn patiënten gelijk (en zo goed mogelijk) behandelen.
Hoe staan uw collega’s tegenover uw werk voor het vrouwenhart?
Mijn collega’s zijn zoals ik, dus zij zien het vrouwenhart als één van de facetten van de cardiologie in brede zin. Zij proberen ook aandacht te geven aan specifieke vrouwenproblematiek.
Wat doet u om eventuele sceptische of onwetende collega’s te informeren en overtuigen?
Ik probeer door te geven dat er ziekten zijn die meer specifiek zijn voor vrouwen dan voor mannen. Verder probeer ik ook aandacht te geven aan het feit dat vrouwen anders dan mannen reageren op bepaalde typen medicatie, behandelingen, of ingrepen. Met deze verschillen moet rekening gehouden worden gedurende onze klinische keuzes.
Ik merk wel dat de jongere generaties cardiologen veel meer gevoelig zijn voor de vrouwenhartproblematiek. Verder zijn er ook meer en meer vrouwen die cardioloog worden. Ook dat zal in de toekomst leiden naar nog meer aandacht voor het vrouwenhart.
Ik heb begrepen dat u een zeer bevlogen arts bent, die ook buiten het spreekuur nog voor zijn patiënten klaarstaat. Waar komt dat uit voort?
In Nederland heb je 10 minuten voor een gesprek met een patiënt. Hoe je dat invult, is heel afhankelijk van de patiënt. Bijvoorbeeld jonge patiënten, die hebben thuis al op google gekeken. Die hebben veel vragen waar ze uitleg bij willen. Dat betekent dat ik er tijd in moet investeren. Ik wil mij altijd goed voorbereiden op zo’n gesprek. Dat doe ik dan ’s avonds. Maar dat kost mij veel tijd, die ik niet aan andere dingen kan besteden.
Ik werk nu in België, waar het anders geregeld is. Je hebt hier meer tijd per patiënt. Ik heb nu meer tijd voor andere dingen, zoals wetenschappelijk onderzoek.
Welke ontwikkelingen verwacht u op het gebied van het vrouwenhart?
Meer wetenschap specifiek over vrouwen alleen. Er zijn al sommige studies alleen gefocust op vrouwen, maar dat zijn er zeker niet genoeg. De resultaten van deze studies zullen hopelijk leiden naar beter begrip van het vrouwenhartprobleem en daarna ook naar betere behandelmogelijkheden.
In ieder geval, het ‘primum movens’ blijft goede wetenschappelijke studies opzetten om de specifieke problemen beter te begrijpen.
Waar ligt uw eigen focus voor de komende twee jaar?
Mijn focus in de toekomst is vooral complexe percutane interventies. Ik ben vooral interventiecardioloog, dus ik voer kleine ingrepen uit om de kransslagaders met ballonnetjes en stents opnieuw open te maken. Wij merken in het algemeen dat de patiënten ouder en complexer worden. Er is meer en meer vraag naar goede zorg ook bij oudere mensen (die inmiddels langer en beter leven, dus zij willen nog langer en nog beter blijven leven). Dit leidt naar meer complexe en riskante procedures. Mijn taak is proberen deze procedures te optimaliseren om de risico’s (die inherent zijn aan de procedure zelf) te minimaliseren en de kans op succes te maximaliseren.
Kent u de website VrouwenHart.nl en onze activiteiten op social media?
Ik ken het een beetje (dankzij één van jullie teamleden). Het is zeker een heel interessant initiatief en een goede manier om aandacht te geven aan het probleem op verschillende niveaus. De website is ook heel goed ingericht.
Misschien kunnen jullie dit platform gebruiken om meerdere zorgprofessionals van verschillende steden/landen bij elkaar te brengen en inspanningen in dezelfde richting te duwen. Met de mogelijkheden van nu, facebook, linkedin etc., is dat veel gemakkelijker geworden.
Welke informatie mist u nog op de website of op social media?
Ik vind dat het verschil duidelijk moet zijn tussen de cardiologische problemen van vrouwen en alle andere klachten die niet specifiek aan het hart gerelateerd zijn, maar die ook meer bij vrouwen voorkomen dan bij mannen. Er zijn zeker specifieke cardiologische problemen bij vrouwen na een hartziekte, maar er zijn ook heel veel aspecifieke klachten. Alles duiden aan het hart is ook niet correct. Het is onze taak als artsen om het verschil te kunnen maken.
Dit verschil is soms niet goed zichtbaar in social media. Sommige vrouwen met hartproblemen hebben de neiging om al hun levensproblemen te rechtvaardigen met hun hartproblemen en dat vind ik gevaarlijk.
Hoe kunt u als arts de patiënten daarbij helpen?
Als er zo’n grote verandering in je leven is, zoals een hartziekte, dan is het begrijpelijk dat je alles daaraan gaat relateren. Maar daar zitten risico’s aan. Het kan soms zinvol zijn om een psycholoog in te roepen.
Verder probeer ik mensen zoveel mogelijk terug te krijgen naar hun best mogelijke leven. Ik ben een grote voorstander van teruggaan naar reizen en sporten als dat kan. Als je teveel blijft denken, wordt de kwaliteit van je leven beperkt. Het is belangrijk om opnieuw van het leven te kunnen genieten. Dat is mijn hoofdprioriteit.
Meer informatie over het werk van dr. Agostoni is hier te vinden: http://www.hartcentrumzna.be/team/onze-artsen/dr-pierfrancesco-agostoni/
Tekst: Dr. Pierfrancesco Agostoni / Annemiek Hutten
Alle interviews op deze website zijn eigendom van VrouwenHart.nl. Deze mogen NIET worden verveelvoudigd, gekopieerd, gepubliceerd, opgeslagen, aangepast of gebruikt in welke vorm dan ook, online of offline, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van onze redactie.
Geef een reactie