Waarom is het belangrijk om man-vrouwverschillen in de gezondheidszorg te onderzoeken, en wat hebben we aan die onderzoeksresultaten? Om daarachter te komen, spreekt Dionne Boekestijn van ZonMw met verschillende onderzoekers. Dit keer met Jeanine Roeters van Lennep en Paula Mommersteeg over psychologische risicofactoren bij hart- en vaatziekten. Luister naar de podcast ‘Gender en gezondheid’ voor het volledige gesprek.
Er zijn nog steeds mensen die zeggen: wat maakt het toch eigenlijk uit, een mens is een mens,’ verzucht Jeanine Roeters van Lennep. Zij is het daar niet mee eens. “Als je daar tóch verder in duikt, dan pas zie je de verschillen.’ Ze is cardiovasculair internist bij het Erasmus MC en promoveerde in 2001 op gender en hart- en vaatziekten. ‘We weten dat mannen en vrouwen op verschillende momenten in hun leven meer hart- en vaatziekten krijgen,’ vertelt ze. ‘Vrouwen krijgen gemiddeld 10 jaar later dan mannen een hartziekte. En ook de vorm kan anders zijn. Vrouwen krijgen vaker een beroerte, terwijl mannen vaker een hartinfarct krijgen.’ Ze noemt ook verschillen in bijvoorbeeld psychologische risicofactoren bij hart- en vaatziekten; vrouwen die suikerziekte hebben, hebben een verhoogd risico, nog meer dan mannen die suikerziekte hebben.
Psychologische risicofactoren
Roeters van Lennep zit aan tafel met Paula Mommersteeg, universitair docent medische en klinische psychologie bij de Tilburg University. Met subsidie van ZonMw onderzoekt Mommersteeg de verschillen tussen mannen en vrouwen bij ischemische hartziekten (waarbij zuurstoftekort optreedt) en welke psychologische risicofactoren bij hart- en vaatziekten daarbij een rol spelen. ‘In mijn onderzoek naar patiënten die een vernauwing hebben van de kransslagader maar niet gedotterd hoeven worden kwam ik erachter dat er in mijn onderzoeksgroep veel meer vrouwen zaten dan in de groep patiënten die wél een dotterbehandeling krijgt. Vervolgens bleek dat deze vrouwen gemiddeld meer psychologische klachten hadden dan de mannen in de groep. Sindsdien ben ik meer gefocust op man-vrouwverschillen en de rol van psychologische klachten daarbij.’ Ze onderzocht het afgelopen jaar of vrouwen die hoog scoren op psychologische klachten, zoals angst of depressie, een hoger risico hebben op het krijgen en verergeren van hartziekten dan mannen die hoog op dat soort klachten scoren. ‘Mannen met psychologische klachten bleken duidelijk een hoger risico op het verergeren van hartziekten te hebben. Het tegenovergestelde van wat we verwachtten.’
Een leefstijlprogramma dat aanspreekt
De vraag is: waar richt je dan je behandeling op; op de psychologische klachten of op de hart- en vaatziekten? En zou je dan mannen en vrouwen anders moeten aanspreken? Roeters van Lennep noemt een interessante studie uit Schotland. ‘Daar wonen de meest ongezonde mensen van heel Europa, zeker de mannen van middelbare leeftijd. Je weet wel, met van die bierbuiken. Hoe moet je hen nou motiveren? Met voetbal. Op basis daarvan is het leefstijlprogramma ÉuroFIT’ontwikkeld. Dat was een ontzettend groot succes.’ Interessant, vindt Mommersteeg. ‘Want wat is dan iets wat vrouwen aanspreekt? Dat zou goed zijn om te weten voor de hartrevalidatie die we aanbieden, want daarvan weten we dat vrouwen het lastig vinden om aan beweging te doen in een zaal vol mannen.’ Roeters van Lennep is betrokken bij een onderzoek naar man-vrouwverschillen in de hartrevalidatie, ook door ZonMw gesubsidieerd. ‘Hoe zou je een programma kunnen maken dat voor zowel mannen als vrouwen geschikt is?’
Seksespecifieke risicofactoren
Bij hart- en vaatziekten zijn er klassieke risicofactoren die voor zowel mannen als vrouwen gelden. Daarnaast zijn er seksespecifieke risicofactoren, zoals complicaties rondom de zwangerschap. De relatie met hart- en vaatziekten is wel bekend, maar nu is het beleid nog dat artsen pas gaan handelen bij symptomen. ‘Daarom hebben we in het Erasmus MC samen met een gynaecoloog een specifieke poli opgezet voor vrouwen die ernstige zwangerschapsvergiftiging hebben gehad. Die vrouwen blijven onder controle. Preventief dus.’
Niet zwart-wit
Het is van belang om genuanceerd naar man-vrouwverschillen te kijken, blijkt ook uit dit gesprek. Zo vertelt over haar vervolgonderzoek naar vrouwen die meerdere keren terugkomen bij de cardioloog met pijn op de borst, maar bij wie geen hartziekte wordt gevonden. ‘We onderzoeken of het dan misschien ligt aan de kleinere vaten.’ Ze zou in dit onderzoek ook graag mannen meenemen, maar de cardioloog met wie ze samenwerkt komt die nog niet tegen. Roeters van Lennep ziet die mannen wel degelijk. ‘Straks gaan we nog de mannen met kleine bloedvaatziekten missen, want zo zwart-wit is het niet.’
Podcast ‘Gender en gezondheid’
Wilt u horen hoe een film met Barbra Streisand Jeanine Roeters van Lennep op het spoor van man-vrouwverschillen bracht? En wat Paula Mommersteeg ontdekte over de relatie tussen psychologische factoren en hart- en vaatziekten? Luister dan de hele podcast.
Geleerd van Jeanine Roeters van Lennep en Paula Mommersteeg:
- Man-vrouwverschillen zijn niet zwart-wit
- De man-vrouwverschillen die je verwacht vind je niet altijd in onderzoek
- Als je gezondheidsonderzoek doet, is het handig om apart de resultaten bij mannen en bij vrouwen te rapporteren
ZonMw stimuleert gezondheidsonderzoek en zorginnovatie. ZonMw financiert gezondheidsonderzoek en stimuleert het gebruik van de ontwikkelde kennis – om daarmee de zorg en gezondheid te verbeteren. ZonMw heeft als hoofdopdrachtgevers het ministerie van VWS en NWO.
Colofon Tekst Denise Hilhorst, Portretten aangeleverd door geportretteerden
Geef een reactie