Angina zonder verstoppingen in kransslagaderen (microvasculaire coronaire dysfunctie) komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. De pijn wordt veroorzaakt door een ontregelde functie van de haarvaten in het hart. De huidige diagnostiek laat nog wat te wensen over. Onlangs is er een relatief nieuwe methode gevalideerd: de continue temperatuurverdunningsmeting. Met deze techniek kan de precieze oorzaak van de aandoening beter worden vastgesteld. Hierdoor kunnen patiënten in de toekomst rekenen op een effectievere en meer gepersonaliseerde behandeling.
* Dit artikel is gebaseerd op een review van onderzoekers van het Radboudumc (Nijmegen) [2].
Angina zonder obstructief coronair lijden
Angina pectoris (hartkramp) wordt vaak toegewezen aan coronaire hartziekte waarbij er een verstopping zit in de kransslagader. Dit veroorzaakt een tekort aan zuurstof in de hartspier, en daarmee ook een pijnlijke kramp. Het is echter zo dat ongeveer 40 procent van de patiënten die hiervoor een bloedvatkatheterisatie ondergaan, helemaal geen verstopping hebben [3, 4]. Bij deze patiënten wordt dat ook wel ‘angina zonder obstructief coronair lijden’ (microvasculaire coronaire dysfunctie) genoemd. De katheterisatie geeft dan alsnog niet aan wat de oorzaak van de pijn op de borst is.
Bij deze patiënten is dan vaak sprake van een ontregelde coronaire vasomotor. Dit betekent dat het systeem dat vaatverwijdingen en -vernauwingen regelt, en daarmee de bloedtoevoer, niet meer goed werkt. Patiënten die hier aan lijden lopen een groter cardiovasculair risico, hebben hogere sterftecijfers, een verminderde kwaliteit van leven en verbruiken een aanzienlijk deel van de gezondheidszorgmiddelen [4-6].
Naast spasmen in het epicard (binnenste deel van het hartzakje) en de kranshaarvaten, kan een ontregelde vasomotor ook microvasculaire coronaire dysfunctie (MCD) veroorzaken. Dit is een stoornis in het functioneren van de haarvaatjes in het hart. Deze kunnen dan minder goed verwijden wanneer dat nodig is. Belangrijke variabelen in dit proces zijn de bloeddoorstroming van de kransslagaderen en de microvasculaire weerstand. Deze variabelen zijn essentieel voor het meten van MCD.
Huidige diagnostiek
Momenteel kunnen niet-invasieve technieken, zoals een PET scan, MRI of een Doppler echocardiografie worden overwogen om eventuele MCD te onderzoeken. Het probleem met deze technieken is dat de bloeddoorstroming van de kransslagaderen niet direct wordt gemeten, maar wordt afgeleid van andere metingen. Hierdoor kan je niet met zekerheid vaststellen wat er nu precies wordt waargenomen. Ook zijn deze testen niet gevoelig genoeg, waardoor MCD niet goed kan worden onderscheiden van angina mét obstructief coronair lijden.
Invasieve technieken bieden daarentegen wat meer precisie bij het specificeren van MCD. Voorbeelden van deze technieken zijn de Doppler stroomsnelheidsmeting, de bolus temperatuurverdunningsmeting en de coronaire functietest. Bij de Doppler stroomsnelheidsmeting bestaat het probleem dat een groot deel van de metingen niet van goede kwaliteit zijn. Ook speelt subjectiviteit van de onderzoeker, zoals ook bij de bolus temperatuurverdunningsmeting, een aanzienlijke rol. Daarbij berusten alle drie de technieken op de toediening van adenosine om vaatverwijding in de hartvaten uit te lokken. Dit brengt vervelende bijwerkingen met zich mee, en kan bovendien soms gevaarlijk zijn voor bepaalde patiënten met longaandoeningen.
Het probleem is dus dat het momenteel nog lastig is om vast te stellen wat er precies aan de hand is bij patiënten met angina zonder obstructief coronair lijden. Dit komt doordat de huidige diagnostische technieken nog niet genoeg toereikend zijn om dit te bepalen. Hierdoor kunnen behandelingen nog steeds niet specifiek worden afgestemd op de patiënt in kwestie. Om de problemen met bovengenoemde technieken te omzeilen zal er een nieuwe diagnostische techniek toegepast moeten gaat worden. Onlangs is er een nieuwe methode gevalideerd door onderzoekers in het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven en het Cardiovasculair Centrum in Aalst.
Continue temperatuurverdunningsmeting
Zoals de naam doet vermoeden, berust deze methode op het meten van temperatuurverschillen in de kransslagader. Een katheter wordt aangebracht in het vat en aangesloten op een pomp. Vervolgens wordt er een zoutoplossing op kamertemperatuur in de arterie gepompt, waardoor het bloed plaatselijk een stukje kouder wordt. De temperatuurverandering wordt eerst een eindje verderop in de arterie gemeten met een sensor. Hier is het bloed iets warmer dan op de plek van infusie, omdat de zoutoplossing hier meer is verdund met het warmere bloed. Vervolgens wordt de sensor teruggetrokken naar de plaats waar de zoutoplossing de arterie in wordt gepompt. Daarna wordt de pomp stopgezet en komt het bloed plaatselijk langzaam weer op normale lichaamstemperatuur. Naast de temperatuur meet de sensor ook drukverschillen in de vaten.
De temperatuurverschillen die de sensor heeft waargenomen worden uitgezet in een grafiek met behulp van speciale software. Met deze waarden kan dan de bloeddoorstroming van de kransslagader worden berekend. Omdat de sensor ook drukverschillen meet, kan tevens de microvasculaire weerstand worden bepaald. Zoals eerder benoemd, is het meten van deze twee variabelen essentieel voor onderzoek naar MCD.
Continue en de eerder genoemde bolus temperatuurverdunningsmetingen berusten eigenlijk grotendeels op hetzelfde principe. Het verschil zit hem echter in de toediening van de zoutoplossing. Bij de continue methode wordt de zoutoplossing op continue wijze toegediend door een pomp. Bij de bolus methode worden er drie losse injecties met de hand toegediend. Doordat dit met de hand gebeurt kunnen er verschillen ontstaan op basis van de arts die de meting uitvoert, wat natuurlijk onwenselijk is. Bovendien is bij de bolus methode sprake van een stukje subjectiviteit in het berekenen van de bloeddoorstroming. Naast het feit dat de continue methode dus preciezer is, wordt er ook geen gebruik gemaakt van adenosine. Hierdoor is het een makkelijke, precieze én veilige methode om MCD te onderzoeken.
Man-vrouw verschillen bij angina
Angina zonder obstructief coronair (microvasculaire coronaire dysfunctie) lijden treft vrouwen aanzienlijk vaker dan mannen. MCD kan nare gevolgen met zich meebrengen voor zowel mannen als vrouwen, maar vrouwen zijn over het algemeen vatbaarder voor de aandoening vanwege geslachtsspecifieke risicofactoren. Deze unieke risicofactoren kunnen gerelateerd zijn aan zwangerschap, chronische ontstekingen, mentale stress en hormonale verschillen. Angina zonder obstructief coronair lijden kan over het algemeen leiden tot atypische symptomen. Bij vrouwen zijn deze symptomen echter nog gevarieerder. Zo kunnen zij last hebben van symptomen als kortademigheid, misselijkheid, zwak voelen, vermoeidheid en pijn aan de kaak. De plaats van de angina kan overigens ook verschillen bij vrouwen en minder intens zijn. [1] Al deze verschillen kunnen ervoor zorgen dat MCD later wordt ontdekt bij vrouwen.
Bronnen
1. Waheed, N., et al., Sex differences in non-obstructive coronary artery disease. Cardiovasc Res, 2020. 116(4): p. 829-840.
2. Jansen, T.P.J., et al., Assessing Microvascular Dysfunction in Angina With Unobstructed Coronary Arteries: JACC Review Topic of the Week. J Am Coll Cardiol, 2021. 78(14): p. 1471-1479.
3. Kunadian, V., et al., An EAPCI Expert Consensus Document on Ischaemia with Non-Obstructive Coronary Arteries in Collaboration with European Society of Cardiology Working Group on Coronary Pathophysiology & Microcirculation Endorsed by Coronary Vasomotor Disorders International Study Group. Eur Heart J, 2020. 41(37): p. 3504-3520.
4. Ford, T.J., et al., Stratified Medical Therapy Using Invasive Coronary Function Testing in Angina: The CorMicA Trial. J Am Coll Cardiol, 2018. 72(23 Pt A): p. 2841-2855.
5. Aziz, A., et al., Sex-Related Differences in Vasomotor Function in Patients With Angina and Unobstructed Coronary Arteries. J Am Coll Cardiol, 2017. 70(19): p. 2349-2358.
6. Pepine, C.J., et al., Coronary microvascular reactivity to adenosine predicts adverse outcome in women evaluated for suspected ischemia results from the National Heart, Lung and Blood Institute WISE (Women’s Ischemia Syndrome Evaluation) study. J Am Coll Cardiol, 2010. 55(25): p. 2825-32.
Geef een reactie