Door Annelieke Petrus en Hedwig Vos
Vrouwen met hypertensieve aandoeningen (ernstig verhoogde bloeddruk) in de zwangerschap (HAZ) of gravidarum (DG) een vorm van suikerziekte die soms tijdens de zwangerschap voorkomt) hebben een verhoogd risico op hart- en vaatziekten (HVZ) later in het leven. Hoewel verschillende richtlijnen dit onderstrepen, wordt CVRM voor deze groep nog niet structureel en proactief aangeboden. Het PROACTIVE-project richt zich op het aanpassen, implementeren en evalueren van het reguliere CVRM-programma voor deze doelgroep in de huisartsenpraktijk.
Tijdens de zwangerschap ontwikkelt ongeveer 10-15% van de vrouwen hypertensie (hoge bloeddruk), 2% pre-eclampsie en 3-5% DG. Deze aandoeningen verhogen het risico op hart en vaatziekten (HVZ), later in het leven met een factor 2-4 vergeleken met het risico na een ongecompliceerde zwangerschap. Het risico op zwangerschapscomplicaties is nog hoger bij patiënten met een lage sociaaleconomische status SES en/of migratieachtergrond (50%), evenals het risico op HVZ (63-79%).
Risico op HVZ verlagen
Het verhoogde risico op HVZ na zwangerschapscomplicaties komt grotendeels doordat vrouwen na de zwangerschap chronische hypertensie, diabetes mellitus (DM) type 2 en hypercholesterolemie ontwikkelen. Door middel van CVRM kunnen deze risicofactoren eerder worden opgespoord en behandeld, om zo mogelijkhet risico op HVZ te verlagen. Sinds 2024 bevelen de NHG-Standaarden CVRM en Diabetes mellitus type 2, evenals de multidisciplinaire richtlijn CVRM na een reproductieve aandoening (2023), dit expliciet aan. Toch zijn deze patiënten in de praktijk onvoldoende opgenomen in ketenzorgprogramma’s.
PROACTIVE-project
Het PROACTIVE-project bestaat uit 4 onderdelen. Eerst wordt het reguliere CVRM-programma aangepast voor patiënten na HAZ en/of DG, met specifieke aandacht voor patiënten met een lage SES en/of migratieachtergrond. Vervolgens worden de haalbaarheid en implementatiestrategie van dit programma onderzocht in 5 huisartsenpraktijken, en geoptimaliseerd in iteratieve ontwikkelcycli. Daarna wordt het definitieve CVRM-programma uitgerold in 3 huisartsennetwerken: ELAN in Den Haag/Leiden, PrimEUR in Rotterdam en AHON in Groningen. De controlegroep wordt geselecteerd in routinezorgdata van drie andere huisartsennetwerken (NHP in Nijmegen, RNFM in Maastricht en ANHA in Amsterdam).
De primaire uitkomstmaat is de incidentie van hypertensie en/of DM tot 5 jaar na een HAZ/DG, vergeleken tussen de interventiegroep (n = 420) en de controlegroep (n = 1100). Secundaire uitkomstmaten zijn de incidentie van hypercholesterolemie, chronische nierschade, overgewicht en roken. Daarnaast wordt het verschil in cardiometabole risicofactoren tussen de start en een jaar later geëvalueerd, evenals het zorggebruik. Tot slot worden op verschillende beleidsniveaus (NHG, Zorginstituut Nederland, zorgverzekeraars en gemeenten) de belemmerende en bevorderende factoren voor nationale opschaling verkend. Het project loopt van januari 2025 tot januari 2030.
PROACTIVE is een samenwerkingsproject van het LUMC met het Amsterdam UMC, UMCG, Radboud Universitair Medisch Centrum, Erasmus MC, Maastricht University, RIVM, Stichting Vrouwenhart en de Hellp Stichting.
Literatuur
- · 1.Richtlijnendatabase. CVRM na reproductieve aandoeningen. UtrechtL: Federatie Medisch Specialisten, 2023. https://richtlijnendatabase.nl Geraadpleegd 4 december 2024.
- · 2.NVOG. Diabetes en zwangerschap, versie 3.0. Utrecht: Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie, 2018.
- · 3.Grandi SM, Filion KB, Yoon S, Ayele HT, Doyle CM, Hutcheon JA, et al. Cardiovascular disease-related morbidity and mortality in women with a history of pregnancy complications. Circulation 2019;139(8):1069-79. DOI: 10.1161/CIRCULATIONAHA.118.036748. Erratum in: Circulation 2019;140(9):e544. DOI: 10.1161/CIR.0000000000000718. PMID: 30779636.
- · 4.Achterberg PW, Harbers MM, Post NAM, Visscher K. Beter weten: een beter begin – Samen sneller naar een betere zorg rond de zwangerschap. Bilthoven: RIVM, 2020.
- · 5.Ololade JB, Alberti F, Onagbiye S, Guddemi A, Odone A, Ricci H, et al. Are socio-economic inequalities related to cardiovascular disease risk? A systematic review and meta-analysis of prospective studies. BMC Cardiovasc Disord 2024;24(1):685. DOI: 10.1186/s12872-024-04248-5. PMID: 39604897; PMCID: PMC11603974.
- · 6.Kist JM, Smit GWG, Mairuhu ATA, Struijs JN, Vos RC, Van Peet PG, et al. Large health disparities in cardiovascular death in men and women, by ethnicity and socioeconomic status in an urban based population cohort. EClinicalMedicine 2021;40:101120. DOI: 10.1016/j.eclinm.2021.101120. PMID: 34485880; PMCID: PMC8408518.
- · 7.Stuart JJ, Tanz LJ, Rimm EB, Spiegelman D, Missmer SA, Mukamal KJ, et al. Cardiovascular risk factors mediate the long-term maternal risk associated with hypertensive disorders of pregnancy. J Am Coll Cardiol 2022;79(19):1901-13. DOI: 10.1016/j.jacc.2022.03.335. PMID: 35550687; PMCID: PMC9176211.
- · 8.NHG-werkgroep Cardiovasculair Risicomanagement. NHG- Standaard Cardiovasculair Risicomanagement. richtlijnen.nhg.org. Geraadpleegd 4 december 2024
- · 9.NHG-werkgroep Diabetes mellitus type 2. NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2. richtlijnen.nhg.org. Geraadpleegd 4 december 2024].
- · 10.Vos HMM. Herziening MDR CVRM na een hypertensieve aandoening in de zwangerschap. Huisarts Wet 2023;66:DOI:10.1007/s12445-023-2334-4.
Geef een reactie