Lea van Coeverden VrouwenHart redactie
In een rapport van de Lancet-commissie met als titel “Actie nodig om toename hart- en vaatziekten bij vrouwen wereldwijd terug te dringen in 2030’ zetten we direct een vraagteken. Hoezo in 2030. Betekent dit dat er tot die tijd allerlei ontwikkelingen gaande zijn om voor dit resultaat te zorgen of zijn er al zoveel vorderingen dat het er naar uitziet dat er een stevige reductie is in hartproblematiek bij vrouwen in 2030.
De belangrijkste doodsoorzaak bij vrouwen is hart- en vaatziekten (HVZ). Het lijkt er op dat HVZ rond 2030 zorgt voor een derde van de sterfgevallen onder vrouwen. Deze groep patiënten wordt te weinig onderzocht omdat hun symptomen vaak aspecifiek zijn en niet tijdig worden herkend. Uitgaande van de klachten die mannen ervaren bij HVZ zijn die van vrouwen zo anders dat de link niet snel wordt gelegd. De Lancet-commissie vrouwen en hart- en vaatziekten, waarvan onder meer hoogleraar Angela Maas, cardioloog van het Radboudumc, deel uitmaakt bracht er een uitgebreid internationaal rapport over uit.
Betere aanpak vrouwenhart problematiek
Onderzoekers roepen in dit rapport op tot spoed voor wat betreft het ondernemen van actie om zowel de zorg als preventie te verbeteren, meer onderzoek te doen en bekendheid te geven aan specifieke vrouwenhart problematiek. Dan kan de belangrijkste doodsoorzaak bij vrouwen wereldwijd beter worden aangepakt. Deze doelstelling sluit aan bij de duurzame ontwikkelingsdoelstelling van de Verenigde Naties.
Aan het rapport werkten zeventien vrouwelijke auteurs mee. Een aantal van hun aanbevelingen betreffen betere voorlichting aan zorgverleners en patiënten zodat HVZ eerder kan worden ontdekt. Daarnaast zouden hartgezondheidsprogramma’s naar meerdere regio’s moeten worden uitgebreid. Genderspecifiek onderzoek naar hartziekten bij vrouwen staat hoog op de verlanglijst en daarvoor is het nodig dat meer vrouwen meedoen aan wetenschappelijk onderzoek.
Doelstelling van de Verenigde Naties
Volgens Angela Maas, hoogleraar cardiologie voor vrouwen van het Radboudumc, is het nodig om gedurfde strategieën in te zetten om de doelstelling van de Verenigde Naties te bereiken. Dan gaat het om de aanpak van risicofactoren en onderzoek naar de verschillen in biologische mechanismen bij mannen en vrouwen.
Nog maar twee jaar geleden waren er wereldwijd 275 miljoen vrouwen met aandoeningen in het cardiovasculaire gebied. Onvoldoende bloedtoevoer naar het hart is gezien bij bijna de helft van de sterfgevallen bij vrouwen. Een derde van de overlijdens komt door een beroerte. Opvallend is dat de hoogste sterftecijfers, 300 per 100.00 vrouwen, in Centraal-Azië zijn en West-Europa, Noord-Amerika, Australië en Oost-Azië, de wat meer welgestelde landen, hebben lagere cijfers, 130 per 100.000 vrouwen.
Verschillen tussen vrouwen- en mannenhart
De overeenkomst tussen cardiovasculaire problematiek bij mannen en vrouwen is dat hoge bloeddruk evenveel voorkomt. Daarna volgen overgewicht en een te hoog cholesterolgehalte.
Typisch vrouwelijke risicofactoren zijn HVZ tijdens problematische zwangerschappen en een vroege overgang. Bij jonge vrouwen, en dan specifiek bij de rokende vrouwen, neemt het aantal hartaanvallen toe. Daarbij zijn er andere factoren die een negatief effect hebben zoals minder mogelijkheden voor vrouwen om aan sport te doen om sociale- of geloofsredenen. Of sociale omstandigheden die zwaar zijn, denk aan de druk op alleenstaande moeders, werkloosheid en gezinsproblemen. De kans om HVZ te ontwikkelen ligt dan vele malen hoger.
In dichtbevolkte landen zoals China, Indonesië en India met veel industrie is een toename van HVZ te zien. Maar die is per regio weer anders, daar waar de meeste vrouwen betrokken zijn bij industriële processen, denk aan werken in kledingfabrieken bijvoorbeeld, is de toename van HVZ groter. Daar moet op een andere manier zorg en diagnostiek worden geleverd.
Geef een reactie