Eerder publiceerden wij een artikel over de opening van de Women’s Heart Health Clinic (WHHC) in het Universitair Medisch Centrum in Leiden.
Natuurlijk zijn we als Stichting VrouwenHart ook altijd geïnteresseerd in het individuele, persoonlijke verhaal van de cardiologen die hier werkzaam zijn.
Eerder spraken wij cardioloog Melina den Haan en interventiecardioloog Ibithat Al Amri. In dit laatste deel is het woord aan interventiecardioloog Brian Bingen.
Waarom heeft u zich gespecialiseerd in het vrouwenhart?
Mijn eerste liefde in de geneeskunde is de interventiecardiologie. Interventiecardiologen, zo ook ik, vinden het vaak leuk om duidelijk zichtbare acute problemen (bijvoorbeeld een verstopping in een kransslagader bij een hartinfarct) op te lossen (veelal door een dotterbehandeling) om zo ook een duidelijk zichtbaar en acuut resultaat te boeken. Een deel van de charme van de interventiecardiologie zit hem in deze instantane winst die je kunt boeken. Echter, met mijn toenemende ervaring als interventie cardioloog nam ook de bewustwording toe dat sommige acute problemen met de kransslagaders met name die bij vrouwen (zoals een takotsubo cardiomyopathie, coronairspasme en spontane coronair dissectie) voor het beste resultaat beter niet interventiecardiologisch kunnen worden opgelost. Zelfs als je de verantwoordelijke vernauwing duidelijk ziet kan in sommige gevallen (met name bij spontane coronairdissectie en coronairspasme) een dotterbehandeling een slechter resultaat geven dan medicamenteuze behandeling. Andersom is ook de bewustwording toegenomen dat met name bij vrouwen problemen met de kransslagaders kunnen optreden die juist ónzichtbaar zijn, bijvoorbeeld microvasculaire dysfunctie.
Het herkennen van deze specifieke problemen en daarmee het kunnen instellen van de juiste behandeling begint met het erkennen dat het vrouwenhart verschilt van het mannenhart. Het uitdragen van deze verschillen en de uitdagingen die dit met zich meebrengt zijn de redenen dat ik me heb gespecialiseerd in het vrouwenhart.
Behandelt u uitsluitend vrouwen of is dit een deel van uw patiënten?
Ik behandel op de hartcatheterisatie en op de polikliniek zowel mannen als vrouwen. Op de hartcatheterisatiekamer voer ik samen met collega dr. Al Amri de coronaire functietesten uit. Met de coronaire functietesten kunnen we coronairspasmen en microvasculaire dysfunctie, problemen die veelal bij vrouwen voorkomen, maar (hoewel veel minder vaak) ook bij mannen.
Vindt u dat u een speciale rol vervult in het uitdragen van de vrouwenhartproblematiek?
Absoluut. De verschillen tussen het mannen- en het vrouwenhart zijn met de kennis van nu onmiskenbaar. Iedere cardioloog of cardioloog heeft daarom de plicht om op een verantwoordelijke manier met deze verschillen om te gaan. Vandaar dat we in als opleidingsziekenhuis regelmatig onderwijs geven over hartklachten bij vrouwen. Daarnaast hebben we ook onderwijsdagen gepland voor huisartsen om ook de juiste verwijzingen binnen te krijgen.
In het verleden werd nogal eens smalend gereageerd op cardiologen die het vrouwenhart onder de aandacht brachten. Hoe wordt er nu door collega’s gereageerd?
In het verleden was dit inderdaad vaak het geval. De smalende reacties die in deze context worden opgewekt hadden overigens (in mijn ervaring) met name te maken met het gebruik van de term “vrouwenhart”. Dit is deels omdat de term “vrouwenhart” een veelheid aan problemen omvat; bijvoorbeeld de andere presentatie bij acute coronairproblematiek, takotsubocardiomyopathie, SCAD, coronairspasme of microvasculair lijden. Anderzijds is dat omdat de term vrouwenhart suggereert dat de problematiek die de term omvat niet bij mannen voorkomt (wat natuurlijk niet geheel correct is). Het gebruik van de termen atypische presentatie, takotsubocardiomyopathie, SCAD, coronairspasme en microvasculair lijden wekten ook in het verleden overigens nooit smalende reacties op. Doordat we ons als vakgroep nu steeds meer bewust zijn van het bestaan van de verschillende diagnoses die de term vrouwenhart omvat, daalt ook de realisatie meer in dat deze problemen zich daadwerkelijk vaker voordoen bij vrouwen. De term vrouwenhart wekt daarom minder en minder weerstand op, en dit is wat mij betreft een goede ontwikkeling, en zal een positief effect hebben op de diagnostiek en behandeling van hartziekten bij vrouwen.
De ontwikkelingen rondom specifieke vrouwenhartaandoeningen (bijv. coronaire vaatdysfunctie) gaan snel. Op welke manier blijft u op de hoogte van de nieuwste inzichten?
De belangrijkste bron van informatie blijft voor ons de cardiologische vakliteratuur. Verder nemen we deel aan onderzoek, conferenties en trainingen om op de hoogte te blijven van de nieuwste ontwikkelingen maar ook om bij te dragen aan deze nieuwe ontwikkelingen.
Over ontwikkelingen in de toekomst
Welke ontwikkelingen verwacht u op het gebied van het vrouwenhart?
De afgelopen jaren heeft de focus met betrekking tot het vrouwenhart en de verschillende problemen die deze term omvat met name gelegen op herkennen en diagnosticeren van deze problemen. De nieuwste diagnostische tools zoals coronaire functietesten zijn inmiddels in de richtlijnen/consensus documenten opgenomen. Ik verwacht dat de focus, nu er consensus is over de diagnostiek (hoewel er in de interpretatie van diagnostische gegevens nog zeker winst te behalen valt), zal verschuiven naar de behandeling. Behandelingen ten aanzien van vrouwenhartproblemen zoals takotsubocardiomyopathie, SCAD en microvasculair lijden zijn min of meer overgenomen uit de hartfalenrichtlijn en de richtlijn voor stabiel en instabiel coronairlijden (de grote kransslagaders), terwijl het (zoals iedereen inmiddels weet) aandoeningen zijn met een volstrekt andere oorzaak. We zullen de aanpak voor deze aandoeningen daarom moeten “personaliseren”. Personalisering in de aanpak van klassieke hartproblemen (hartinfarct en angina pectoris) bij vrouwen zal eveneens een punt van focus worden. Of vrouwen dezelfde standaard doseringen nodig hebben en of zij bijvoorbeeld hetzelfde hartrevalidatieprogramma kunnen volgen als mannen of juist niet zijn belangrijke vragen die beantwoord moeten worden.
Waar ligt uw eigen focus voor de komende twee jaar?
In het LUMC zullen wij ons focussen op medicamenteuze en revalidatietechnische personalisering van de behandeling van vrouwen met hartklachten.
Over Stichting VrouwenHart
Kent u de website www.VrouwenHart.nl? Zo ja: wat vindt u van deze website?
Ja, ik ben bekend met de website. Ik vind het een waardevolle bron van informatie en ondersteuning voor vrouwen met hartklachten en hun families.
Volgt u ons op social media? Zo ja: wat vindt u van onze activiteiten op social media?
De eerlijkheid gebied te zeggen dat ik jullie nog niet volg; daar zal ik vandaag verandering in brengen.
Alle columns, interviews en andere redactionele artikelen op deze website zijn eigendom van VrouwenHart.nl. Deze mogen NIET worden verveelvoudigd, gekopieerd, gepubliceerd, opgeslagen, aangepast of gebruikt in welke vorm dan ook, online of offline, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van onze redactie.
Geef een reactie