Ongeveer 90% van de cardiovasculaire risicofactoren bestaan uit elementen die mogelijk aan te passen zijn door een gezonde levensstijl [2]. Zoals bij de meesten waarschijnlijk bekend is, is de algehele ziektelast van een verkeerd dieet, fysieke inactiviteit en tabaks- en alcoholgebruik erg groot. Factoren gerelateerd aan gezonde levensstijl beslaan dan ook meer dan de helft van de aanpasbare elementen die cardiovasculaire risico’s kunnen verminderen [2]. Het belang van leefstijlinterventies en gezonde levensstijl voor patiënten met atherosclerotische cardiovasculaire ziekte (ASCVD) is dus zeer groot [3]. Ook voor mensen bij wie ASCVD (nog) niet is vastgesteld, is dit heel belangrijk [4]. Hoewel er al een lange tijd nadruk ligt op een gezonde levensstijl, blijkt de implementatie en het naleven ervan nog steeds onvoldoende.
Onderzoek naar risico’s
Binnen de medische wereld zijn richtlijnen opgesteld over het verbeteren van een ongezonde levensstijl door middel van interventies. Omdat populaties bestaan uit meerdere subgroepen met specifieke risico’s, zal niet elke interventie even goed werken voor iedereen. Voorbeelden van deze subgroepen zijn ouderen, mensen van <50 jaar of mensen in lage sociaaleconomische posities. Zo zijn vrouwen bijvoorbeeld ook een aparte subgroep. Veel klinische studies over leefstijlinterventies en gezonde levensstijl nemen de verschillen tussen subgroepen niet mee, waardoor de potentie van een interventie niet altijd goed wordt belicht. Het is dus belangrijk dat deze subgroepen eerst worden geïdentificeerd. Dit helpt artsen om interventies af te stellen op subgroep-gerelateerde of persoonlijke belangen, wat de kans op succes vergroot [5].
Stoppen met roken
Roken is de grootste doodsoorzaak wereldwijd en daarbij de belangrijkste aanpasbare risicofactor voor ASCVD. Stoppen met roken vóór of na een hartinfarct is geassocieerd met een hazard ratio (HR) van 0.63, wat betekent dat niet-stoppers 1.59 keer sneller komen te overlijden. Bovendien blijkt dat het risico op overlijden afneemt met 18% (over een mediane follow-up periode van 13 jaar) voor elke 5 sigaretten die dagelijks minder worden gerookt [6]. Stoppen met roken is een zeer kosteneffectieve maatregel. Dit alles maakt dat stoppen met roken de belangrijkste preventieve maatregel in ASCVD patiënten.
Zo’n 50% van de patiënten die te maken krijgen met een levensbedreigende cardiovasculaire gebeurtenis blijven nog steeds doorgaan met roken. Enerzijds geeft dit aan dat rookgedrag erg complex is, maar anderzijds ook dat er nog veel gewonnen kan worden op dit gebied. Verpleegkundigen kunnen hier aanzienlijk aan bijdragen door te vragen naar het rookgedrag, adviezen te geven en follow-ups te doen [7]. Interventies gebaseerd op medicijnen blijken over het algemeen nog beter te werken [8-10]. Het beste blijkt om medicijnen te combineren met intensieve gedragsinterventies [11]. Wat niet helpt, en potentieel gevaarlijk blijkt, zijn elektronische sigaretten [12]. Ook is er geen betrouwbare data die aangeven dat acupunctuur, acupressuur, lasertherapie, hypnotherapie of elektrostimulatie effectief zijn bij stoppen met roken [5].
Afvallen
Zowel overgewicht als obesitas worden geassocieerd met hogere metabole risico’s zoals een hoge bloeddruk, ongunstige lipide-waarden in het bloed en diabetes type II. Ook is er een sterk verband met ASCVD-gerelateerde en algehele sterfte. Volgens het CBS lijdt zo’n 14% van de Nederlandse bevolking (>20 jaar) momenteel aan obesitas. Overgewicht en obesitas brengen dus grote risico’s met zich mee. Dit, terwijl het aantal mensen dat te zwaar is alleen nog maar toe blijkt te nemen.
De beste manier om af te vallen is om minder calorieën in te nemen dan je verbruikt. Lichaamsbeweging en sport kunnen helpen om je calorieverbruik te verhogen, waar een aangepast dieet de calorie-inname kan verlagen. Verschillende studies wijzen uit dat dit een effectieve manier is om gewicht te verliezen [13, 14]. Door middel van deze interventies neemt vroegtijdige sterfte effectief af. Daarentegen is er nog geen duidelijk verband ontdekt tussen cardiovasculaire voorvallen of sterfte en interventies die exclusief gericht zijn op afvallen [15]. Er moet dus nog meer onderzoek worden gedaan naar de meest effectieve manier om obesitas én gerelateerde ASCVD tegen te gaan. Omdat er wél een duidelijk verband is tussen obesitas en ASCVD, is het voorkomen en verhelpen van overgewicht nog steeds erg belangrijk.
Gezonde voeding
Aanbevelingen omtrent dieet worden constant bediscussieerd en herzien, zoals bijvoorbeeld voor zout- en alcoholinname. Studies geven aan dat een lage zout- en hoge kaliuminname gerelateerd zijn aan een lagere bloeddruk, minder cardiovasculaire voorvallen en sterfte [16-18]. Of de dagelijkse hoeveelheid zout minder dan 2 gram, óf 3 tot 5 gram, moet zijn wordt nog bediscussieerd. Dit geldt ook voor alcohol. Er zijn studies die aangeven dat een kleine hoeveelheid alcohol juist licht beschermend kan zijn. Daarentegen vond een meta-analyse onder 600,000 individuen zulke schadelijke effecten van alcohol op cardiovasculaire gezondheid, dat zij aanraadden om het dagelijkse limiet naar beneden af te stellen [19]. De optimale hoeveelheid zal dus waarschijnlijk meer bij ‘niks’ liggen dan een matige hoeveelheid.
Er is ook onderzoek gedaan naar specifieke combinatiediëten, zoals het Mediterraanse en het DASH dieet. Een Mediterraans dieet bestaat uit veel fruit, groente, volkoren producten, vis, onverzadigde vetten, gematigde alcohol consumptie en weinig (rood) vlees, zuivelproducten en verzadigde vetten. Dit dieet is geassocieerd met minder hartinfarcten en cardiovasculaire en algehele sterfte [19, 20]. Het DASH dieet is rijk in fruit, groenten, magere zuivelproducten, minder verzadigde trans- en totaal vet. Het zou zowel de bloeddruk als het voorkomen van coronaire hartziekten en hersenbloedingen verlagen [21]. Een lager risico op ASCVD werd bovendien waargenomen bij vrouwen van middelbare leeftijd [22].
Specificatie van nutriënten, doelwitten, effecten en gerelateerde diëten binnen verschillende voedselgroepen. Tabel is gekopieerd uit het artikel “Lifestylemanagement to prevent atherosclerotic cardiovascular disease: evidence and challenges” [1].
‘Zitten is het nieuwe roken’
Zorgprofessionals benadrukken, terecht, vaak het belang van sport en beweging voor het verlagen van cardiovasculaire risico’s. Zo blijkt dat hoe meer er wordt gesport, des te lager de ASCVD-last en algehele en cardiovasculaire sterfte in zowel gezonde mensen [23] als hartpatiënten [24]. Deze associatie blijkt zelfs sterker te zijn in vrouwen dan mannen [23].
Echter is het verminderen van fysieke inactiviteit, ook wel een ‘zittende leefstijl’, minstens net zo belangrijk. Onder fysieke inactiviteit valt: <150 minuten matig intensieve of <75 minuten intensieve aerobe activiteit per week. Het blijkt dat 1 uur sporten de schadelijke effecten van 8 uur fysieke inactiviteit tegengaat [25]. Veel hartpatiënten zijn bang dat sporten slecht is voor hun hart. Het risico hiervan is echter vrijwel verwaarloosbaar [24]. Gezien het grote effect van sporten op ASCVD en algehele gezondheid wordt sporten dan ook sterk aangeraden. Patiënten met een slecht hart kunnen beginnen met een lagere intensiteit, of eventueel eerst een inspanningstest doen bij het ziekenhuis.
Stressvermindering
Het is misschien lastig voor te stellen, maar mentale stress kan een grote invloed hebben op het voorkomen van ASCVD. De relatie tussen ASCVD en stress is vergelijkbaar met, of zelfs groter dan, de relatie tussen verhoogd cholesterol en hypertensie en ASCVD [26]. Mentale stress kan cardiovasculaire voorvallen ‘triggeren’ doordat het schade toebrengt aan bloedvaten en aderverkalking kan veroorzaken [26]. Daarbij kan het patiënten ook belemmeren om bepaalde gedragsveranderingen te door te zetten, zoals bijvoorbeeld stoppen met roken of afvallen. Tips om ‘alledaagse’ stress te verminderen zijn: 1) praten over je problemen in de verleden tijd, en oplossingen in de toekomende tijd; 2) focussen op gezondheid en niet op ziekte; en 3) focussen op oplossingen in plaats van problemen [27]. Klinische mentale stress, zoals angststoornissen of ernstige depressies, zullen echter moeten worden verholpen onder leiding van professionals.
Implementatie
Leefstijlinterventies en een gezonde levensstijl kunnen een aanzienlijk deel van de cardiovasculaire risico’s worden verminderd. De implementatie ervan kent daarentegen nog veel uitdagingen. Gewoonten zijn namelijk altijd lastig om te veranderen, vooral op de lange termijn. Hiervoor is het, naast bewustwording bij patiënten, belangrijk dat ziekenhuizen op een effectievere manier betrokken raken bij de inzet van interventies.
Kernboodschappen van het artikel “Lifestylemanagement to prevent atherosclerotic cardiovascular disease: evidence and challenges” [1]. De afbeelding is gekopieerd uit het originele artikel, waar ook de bijpassende [referenties] te vinden zijn. Effectieve interventies hebben een hazard ratio of relative risk van <1.
* Dit artikel over gezonde levensstijl is gebaseerd op een review gepubliceerd in het Netherlands Heart Journal [1].
Referenties
1. van Trier, T.J., et al., Lifestyle management to prevent atherosclerotic cardiovascular disease: evidence and challenges. Neth Heart J, 2021.
2. Yusuf, S., et al., Effect of potentially modifiable risk factors associated with myocardial infarction in 52 countries (the INTERHEART study): case-control study. The Lancet, 2004. 364(9438): p. 937-952.
3. Kotseva, K., et al., Lifestyle and impact on cardiovascular risk factor control in coronary patients across 27 countries: Results from the European Society of Cardiology ESC-EORP EUROASPIRE V registry. Eur J Prev Cardiol, 2019. 26(8): p. 824-835.
4. Kotseva, K., et al., Primary prevention efforts are poorly developed in people at high cardiovascular risk: A report from the European Society of Cardiology EURObservational Research Programme EUROASPIRE V survey in 16 European countries. European Journal of Preventive Cardiology, 2021. 28(4): p. 370-379.
5. Authors/Task Force, M., et al., 2016 European Guidelines on cardiovascular disease prevention in clinical practice: The Sixth Joint Task Force of the European Society of Cardiology and Other Societies on Cardiovascular Disease Prevention in Clinical Practice (constituted by representatives of 10 societies and by invited experts) Developed with the special contribution of the European Association for Cardiovascular Prevention & Rehabilitation (EACPR). Atherosclerosis, 2016. 252: p. 207-274.
6. Gerber, Y., et al., Smoking status and long-term survival after first acute myocardial infarction a population-based cohort study. J Am Coll Cardiol, 2009. 54(25): p. 2382-7.
7. Snaterse, M., et al., Effective components of nurse-coordinated care to prevent recurrent coronary events: a systematic review and meta-analysis. Heart, 2016. 102(1): p. 50-6.
8. Hartmann-Boyce, J., et al., Nicotine replacement therapy versus control for smoking cessation. Cochrane Database Syst Rev, 2018. 5: p. CD000146.
9. Cahill, K., et al., Pharmacological interventions for smoking cessation: an overview and network meta-analysis. Cochrane Database Syst Rev, 2013(5): p. CD009329.
10. Cahill, K., et al., Nicotine receptor partial agonists for smoking cessation. Cochrane Database Syst Rev, 2016(5): p. CD006103.
11. Stead, L.F., et al., Combined pharmacotherapy and behavioural interventions for smoking cessation. Cochrane Database Syst Rev, 2016. 3: p. CD008286.
12. Kennedy, C.D., et al., The cardiovascular effects of electronic cigarettes: A systematic review of experimental studies. Prev Med, 2019. 127: p. 105770.
13. Minneboo, M., et al., Community-Based Lifestyle Intervention in Patients With Coronary Artery Disease: The RESPONSE-2 Trial. J Am Coll Cardiol, 2017. 70(3): p. 318-327.
14. Look, A.R.G., et al., Cardiovascular effects of intensive lifestyle intervention in type 2 diabetes. N Engl J Med, 2013. 369(2): p. 145-54.
15. Ma, C., et al., Effects of weight loss interventions for adults who are obese on mortality, cardiovascular disease, and cancer: systematic review and meta-analysis. BMJ, 2017. 359: p. j4849.
16. Mozaffarian, D., et al., Global sodium consumption and death from cardiovascular causes. N Engl J Med, 2014. 371(7): p. 624-34.
17. Neal, B., et al., Effect of Salt Substitution on Cardiovascular Events and Death. N Engl J Med, 2021. 385(12): p. 1067-1077.
18. O’Donnell, M., et al., Joint association of urinary sodium and potassium excretion with cardiovascular events and mortality: prospective cohort study. BMJ, 2019. 364: p. l772.
19. Holmes, M.V., et al., Association between alcohol and cardiovascular disease: Mendelian randomisation analysis based on individual participant data. BMJ, 2014. 349: p. g4164.
20. Estruch, R., et al., Primary Prevention of Cardiovascular Disease with a Mediterranean Diet Supplemented with Extra-Virgin Olive Oil or Nuts. N Engl J Med, 2018. 378(25): p. e34.
21. Appel, L.J., et al., A clinical trial of the effects of dietary patterns on blood pressure. DASH Collaborative Research Group. N Engl J Med, 1997. 336(16): p. 1117-24.
22. Fung, T.T., et al., Adherence to a DASH-style diet and risk of coronary heart disease and stroke in women. Arch Intern Med, 2008. 168(7): p. 713-20.
23. Sattelmair, J., et al., Dose response between physical activity and risk of coronary heart disease: a meta-analysis. Circulation, 2011. 124(7): p. 789-95.
24. Rognmo, O., et al., Cardiovascular risk of high- versus moderate-intensity aerobic exercise in coronary heart disease patients. Circulation, 2012. 126(12): p. 1436-40.
25. Ekelund, U., et al., Does physical activity attenuate, or even eliminate, the detrimental association of sitting time with mortality? A harmonised meta-analysis of data from more than 1 million men and women. The Lancet, 2016. 388(10051): p. 1302-1310.
26. Dimsdale, J.E., Psychological stress and cardiovascular disease. J Am Coll Cardiol, 2008. 51(13): p. 1237-46.
27. De Shazer, S., et al., Brief therapy: focused solution development. Fam Process, 1986. 25(2): p. 207-21.
Geef een reactie