Patiënten die de dokter bellen omdat ze pijn op de borst hebben, worden vaak met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Maar eenmaal in het ziekenhuis blijkt dat de pijn op de borst lang niet altijd veroorzaakt wordt door een acuut hartprobleem. Ziekenhuis VieCuri heeft samen met Siemens Healthineers een vingerprik-diagnose ontwikkeld waarmee ambulancemedewerkers via een vingerprik kunnen bepalen of er sprake is van een acuut hartprobleem. Hoe werkt deze vingerprik-diagnose? En kunnen er op deze manier patiënten ‘gemist’ worden? We spraken erover met arts-assistent Fabiana Prestigiacomo, die zich onder begeleiding van collega arts-onderzoeker Lisa Frenk (PhD) en cardiologen dr. Braim Rahel en dr. Joan Meeder inzet voor dit onderzoek. We spraken met haar in een Vrouwenhart Interview.
Hoe werkt de vingerprik-diagnose?
“Mensen die pijn op de borst hebben, bellen in eerste instantie de huisarts. Of ze bellen 112 of de huisartsenpost, als ze het zelf niet vertrouwen of als het bijvoorbeeld weekend is. Die mensen worden meestal met een ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Maar uit onderzoek blijkt dat pijn op de borst lang niet altijd duidt op een acuut hartprobleem. Bij 65% blijkt de pijn op de borst niet gerelateerd is aan een acuut hartinfarct. Dat betekent dat er veel mensen ten onrechte op de Eerste Hart Hulp terechtkomen.
We hebben samen met Siemens Healthineers een apparaat ontwikkeld waarmee je met een vingerprik-diagnose de troponinewaarde kunt meten. Troponine is één van de hartenzymen. Als dat verhoogd is, dan kan dat duiden op hartschade. Kán, want het hoeft niet altijd te wijzen op hartschade; ook door bijvoorbeeld schade aan de nieren of koorts kan de troponine verhoogd zijn. Maar als de troponine laag is, dan is de kans dat er geen ernstig acuut probleem met het hart is veel lager.
Bij de huidige gang van zaken wordt er ook troponine gemeten, maar dat gebeurt dan pas als de patiënt al in het ziekenhuis ligt. En het duurt dan even voordat de waardes bekend zijn. Het apparaat dat we nu hebben ontwikkeld kan in de ambulance meegenomen worden. De troponinewaarde is dan binnen 8 minuten bekend. Vernieuwend is dat het bloed niet uit een ader uit de elleboog hoeft worden afgenomen maar verkregen wordt door een ‘simpele’ vingerprik.”
Hoe wordt er vervolgens bepaald of een patiënt al dan niet een acuut hartprobleem heeft?
“Daarvoor maken we gebruik van de modified HEART-score. Modified staat voor de pre-hospitale fase met gebruik van high sensitive troponine. HEART staat voor de 5 factoren waarop beoordeeld wordt, dit is gevalideerd voor het ziekenhuis. Voor iedere factor kan de patiënt een score 0, 1 of 2 krijgen.
H = History (klachten van patiënt).
E = ECG (hartfilmpje)
A = Age (leeftijd)
R = Risicofactoren (zoals hoge bloeddruk, suikerziekte, erfelijkheid, roken, middelenmisbruik, een eerder hartinfarct).
T = Troponine.
Door optelling kom je op een totaalscore tussen de 0 en 10. Bij een score tussen de 0 en 3 is de verdenking van een hartinfarct heel laag. Dat betekent dat de patiënt niet naar het ziekenhuis hoeft. In het kader van het onderzoek hebben we hier wel een extra meting aan toegevoegd. Patiënten met een lage troponine moeten zich binnen 24 uur nogmaals melden bij het ziekenhuis. Dan wordt er nogmaals een troponine-bepaling gedaan (dit gaat via de buizenpost naar het centraal lab). Is de troponinewaarde dan nog steeds laag, dan kan de patiënt naar huis. Is de troponine toch verhoogd, dan moet de patiënt alsnog onderzocht worden op de Eerste Harthulp, maar dit kan alsnog leiden tot ontslag zonder cardiale diagnose.”
Hoe gaan jullie onderzoeken of de vingerprik-diagnose tot betere resultaten leidt?
“Bij wetenschappelijk onderzoek deel je patiënten in twee groepen in: een controlegroep en een interventiegroep. Dat gebeurt at random, dat betekent dat patiënten op basis van toeval aan de controlegroep of aan de interventiegroep toegewezen worden.
In de controlegroep worden de patiënten behandeld zoals ze altijd al behandeld worden in de ambulance. Er worden verschillende controles en metingen gedaan, zoals een hartfilmpje, bloeddrukmeting en temperatuurmeting. De ambulanceverpleegkundige luistert ook goed naar het verhaal van de patiënt. Aan de hand van al die factoren maakt de ambulanceverpleegkundige de inschatting of de patiënt naar het ziekenhuis wordt doorgestuurd.
In de interventiegroep wordt de HEART-score bepaald, waarbij de troponinewaarde dus bepaald wordt met de vingerprik. Zodra we een voldoende aantal patiënten behandeld hebben (in beide groepen) gaan we bekijken wat de verschillen tussen de controlegroep en de interventiegroep zijn.”
Is er bekend of er sekseverschillen zijn bij troponinewaardes bij een acuut hartprobleem? En wordt hier rekening mee gehouden in de HEART-scores?
“Wat betreft de troponinewaarden zit er verschil tussen mannen en vrouwen. In de HEART-score wordt rekening gehouden met verschil in geslacht en worden verschillende afkapwaarden gehanteerd. Wanneer er analyses zullen worden toegepast, worden deze toegepast op verschillende variabelen (eigenschappen), zo ook geslacht. Er worden verschillende afkapwaarden gehanteerd voor troponinewaarden tussen mannen en vrouwen, wat invloed heeft op de HEART-score. Tevens blijkt uit eerder onderzoek en ervaring dat vrouwen met cardiale aandoeningen zich vaak presenteren met een minder typisch verhaal in vergelijking met mannen. Dit geldt overigens ook voor patiënten met suikerziekte. Dit is algemeen bekend en hier wordt dan ook rekening mee gehouden.”
Hoeveel ambulanceposten doen mee aan het onderzoek?
“In Venlo zijn er nu drie ambulances uitgerust met het apparaat voor de vingerprik. Na de zomer gaan we uitbreiden, zodat de methode ook in omliggende ambulanceposten in Noord- en Midden Limburg gebruikt kan worden.”
In onze lotgenotengroepen bestaat er bezorgdheid over de vingerprik-diagnose. Bijvoorbeeld CMD-patiënten hebben vaak aanvallen van pijn op de borst terwijl de troponinewaarden niet verhoogd zijn. Is er reden voor deze bezorgdheid?
“De vingerprik-diagnose heeft alleen betrekking op acute harthulp. Op basis van de HEART-score neem je iemand op in het ziekenhuis of je stuurt iemand naar huis. Maar ook als je iemand níet opneemt, wil dat niet zeggen dat er niets aan de hand is. Die patiënten moeten dan verder onderzocht worden. Alleen hoeven ze niet op de Eerste Hart Hulp te worden onderzocht en eventueel in het ziekenhuis worden opgenomen.”
In onze groepen horen we ook vaak dat ambulancepersoneel lang niet altijd bekend is met CMD.
“Gelukkig wordt er steeds meer, ook in VieCuri, onderzoek naar microvasculair lijden gedaan. Het wordt ook steeds meer erkend. Bij ambulancepersoneel is het vaak wel bekend, maar helaas nog niet bij iedereen. Eén van de speerpunten in het VieCuri is de diagnostiek (coronaire functietesten) en behandeling (speciale poli) van onbegrepen pijn op de borst klachten (waaronder de CMD-patiënt). Dit gebeurt onder leiding van cardioloog dr. Meeder.
Naast CMD-patiënten zitten er in onze achterban ook patiënten met SCAD. Hoe zit het met de troponinewaarde tijdens een SCAD? Kunnen deze patiënten ‘gemist’ worden omdat de troponinewaarde niet verhoogd is?
SCAD is inderdaad een zeer belangrijke groep van patiënten omdat het vaak jongere patiënten betreft, vaak ook vrouwen zonder de klassieke risicofactoren. Bij de meeste patiënten met een SCAD is de troponine wel positief, dat wil zeggen, verhoogd. Bovendien hebben de meeste patiënten met een SCAD een afwijkend ECG. Deze patiënten zouden dus op basis van een verhoogd troponine en een afwijkend ECG over het algemeen niet gemist moeten worden.
Tekst: Annemiek Hutten / Fabiana Prestigiacomo
Nawoord VrouwenHart
In onze lotgenotengroepen zitten veel vrouwen die de ervaring hebben dat ze níet met de ambulance werden meegenomen, terwijl ze wél een acuut hartprobleem bleken te hebben. Hun bezorgdheid is heel begrijpelijk. Daarom is het belangrijk dat bijvoorbeeld ook ambulanceverpleegkundigen op de hoogte zijn van het feit dat het vrouwenhart anders ziek wordt dan het mannenhart. Wij blijven ons daarvoor inzetten. U kunt ons daarbij helpen door onze informatie zoveel mogelijk te delen.
Alle interviews op deze website zijn eigendom van VrouwenHart.nl. Deze mogen NIET worden verveelvoudigd, gekopieerd, gepubliceerd, opgeslagen, aangepast of gebruikt in welke vorm dan ook, online of offline, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van onze redactie.