Dr. Gaëlle Vermeersch is als klinisch cardiologe werkzaam in het ZNA Middelheim ziekenhuis, waar zij veel vrouwelijke patiënten behandelt. Daarnaast heeft zij een bijzondere interesse in de cardiogenetica. Als VrouwenHart zijn we zeer geïnteresseerd in de rol die erfelijkheid speelt in hartziekten bij vrouwen. We spraken met haar in een Vrouwenhart Interview.
Waarom heeft u zich gespecialiseerd in het vrouwenhart?
Al tijdens mijn opleiding tot cardioloog in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA) ben ik betrokken geweest bij de vrouwenraadpleging (polikliniek voor vrouwen). Vaak merkte ik dat patiënten op deze raadpleging zich al lange tijd niet begrepen gevoeld hadden. Ondanks de harde inspanningen van de laatste jaren is er nog steeds te weinig aandacht voor vrouwen in de cardiologie. Dit heeft mij getriggerd om hier zelf als cardiologe, maar ook als vrouw, meer aandachtig voor te zijn en mij hier verder in te verdiepen.
U bent gespecialiseerd in cardiogenetica. Wat kunt u zeggen over de rol van erfelijkheid bij het vrouwenhart?
Zowel bij mannen als bij vrouwen is familiale belasting een belangrijke risicofactor voor hart- en vaatziekten. Er zijn studies die aantonen dat familiale belasting een sterkere risicofactor is voor vrouwen dan voor mannen. Desondanks blijkt uit deze studies dat vrouwen met een familiale belasting hier minder aandacht aan geven en hun levensstijl minder aanpassen.[1]
Waarom denkt u dat vrouwen met familiale belasting minder geneigd zijn om hun leefstijl aan te passen dan mannen?
Ik denk dat dit nog steeds te maken heeft met het feit dat er minder aandacht is voor hart- en vaatziekten bij vrouwen dan bij mannen. Daarom vind ik jullie platform zo belangrijk, om meer aandacht te geven aan vrouwen in de cardiologie.
Er bestaat een verschil tussen familiale belasting (erfelijkheid) en cardiogenetica. Waar zit het verschil in?
Er is een verschil tussen monogenetische overdraagbaarheid en polygenische of multifactoriële overdraagbaarheid. Dat betekent dat het gaat om één specifiek gen of om meerdere genen. Coronairlijden is een voorbeeld van polygenische overdraagbaarheid: er kunnen dan meerdere genen meespelen, maar ook bijvoorbeeld omgevingsfactoren.
Bij het subspecialisme cardiogenetica gaat het voornamelijk om hartaandoeningen die monogenetisch overdraagbaar zijn en door een variant of mutatie in één enkel gen te verklaren zijn, zoals bijvoorbeeld een verdikte hartspier, Brugada syndroom of aorta-aneurysmata.
Het voornaamste doel van cardiogenetica is preventie voor de familieleden, en dus het vermijden van plotse hartdood. Voorlopig wordt de cardiogenetica nog niet vaak gebruikt in de behandeling bij de patiënt zelf, hoewel we wel al weten dat bij bepaalde mutaties het ziekteverloop ernstiger is.
Vindt u dat u een speciale rol vervult in het uitdragen van de vrouwenhartproblematiek?
Ik denk dat ik die rol nog meer zou moeten vervullen, maar ik doe toch mijn best. Op een recent huisartsensymposium heb ik gesproken over specifieke hartklachten bij vrouwen. En er staan nog een aantal praatjes op de planning, met binnenkort een masterclass “Vrouw en hart” voor de collega’s cardiologen in opleiding (zie het filmpje hiernaast).
In uw presentatie over specifieke hartklachten bij vrouwen gaat u onder andere in op MINOCA[2]. Dit wordt behandeld met een combinatie van leefstijladviezen en medicijnen. En daarmee kom ik op een onderwerp dat heel erg leeft in onze facebookgroepen, en waar veel onduidelijkheid over bestaat: het toedienen van statines.
Die statines geven we niet alleen om cholesterol te verlagen, ze hebben ook een plaque-stabiliserend effect. Bij aderverkalking of atherosclerose is er een ophoping van cholesterol en ontstekingscellen in de vaatwand, wat kan leiden tot een verdikte vaatwand. Zo’n ophoping wordt plaques genoemd. Statines spelen naast het verlagen van de cholesterol ook een rol in het ontstekingsverhaal, en kunnen zo een stabiliserend effect hebben op deze plaques. En dat effect hebben ze ook in de kleine vaten. Dus bijvoorbeeld bij patiënten met CMD[3] hebben statines een beschermende werking.
Van vrouwen die een MINOCA gehad hebben, weten we weten dat die vrouwen risico lopen om nog eens een cardiovasculair probleem te krijgen. Daarom zijn onze streefwaarden bij die vrouwen wat strenger dan bij vrouwen die geen cardiovasculaire achtergrond hebben. Dat is waarom we soms statines voorschrijven ook als de cholesterolwaarden binnen de normale streefwaarden liggen.
Veel mensen hebben last van statines. Vooral ernstige spierpijn horen we vaak. Vanwege die bijwerkingen gaan mensen soms over op natuurlijke middelen, zoals rode gist rijst. Heeft dat zin?
Om te beginnen is rode gist rijst een voedingssupplement, en dat is niet op dezelfde manier bestudeerd en gecontroleerd als statines. Daardoor is de zuiverheid, de dosering en uiteindelijk ook de veiligheid moeilijker te controleren. Er is inderdaad ook een daling van het LDL cholesterol onder rode rijst, aangezien de voorloper van een statine in de rode rijst zit. Maar statines hebben naast hun cholesterolverlagende effect ook een ‘anti-inflammatoir’ effect. Dat is het plaque-stabiliserende effect dat ik eerder al noemde.
Rode gist rijst heeft dus niet volledig dezelfde werking als statines. Maar of het geen zin heeft, kan ik ook niet zeggen. Mijn idee is altijd: als een middel zoveel bijwerkingen heeft, dan wegen de voordelen niet op tegen de nadelen. Als we alles geprobeerd hebben, andere dosis, andere medicijnen, en het blijft niet te verdragen voor de patiënt, dan moeten we toch kijken of we een alternatief kunnen geven.
Hoe staan uw collega’s tegenover uw werk voor het vrouwenhart?
Zeer goed. Zo werk ik bijvoorbeeld samen met dr. Agostoni, die zich op het vlak van de interventionele cardiologie bezig houdt met functionele testing bij microvasculaire dysfunctie (CMD), en een bijzondere interesse heeft in de spontane coronaire dissecties (SCAD)[4].
Zijn er verschillen tussen België en Nederland in de benadering van het vrouwenhart?
In Nederland is er al lange tijd veel meer aandacht voor. En terecht, blijkt nu. Angela Maas heeft hier een grote rol in gespeeld. In België begint het nu te komen. Je leest er veel over in tijdschriften. Maar het blijft nog erg theoretisch. De praktijk blijft toch nog een beetje achter.
Waar ligt uw eigen focus voor de komende twee jaar?
Ik sta als jonge cardiologe nog maar aan het begin van mijn carrière. Ik hoop de komende jaren meer expertise te vergaren in beide ‘subspecialismen’: vrouwenhartproblematiek en cardiogenetica. En mijn focus? Mijn patiënten, man of vrouw, zo goed mogelijk behandelen en de individuele patiëntenzorg optimaliseren!
Volgt u ons op social media?
Sinds kort volg ik jullie op social media. Ik zie vaak de interviews verschijnen. Heel leuk, maar nog meer infographics zou leuk zijn! Ook jullie website raad ik vaak aan aan patiënten.
Tekst: Gaëlle Vermeersch / Annemiek Hutten
Alle columns, interviews en andere redactionele artikelen op deze website zijn eigendom van VrouwenHart.nl. Deze mogen NIET worden verveelvoudigd, gekopieerd, gepubliceerd, opgeslagen, aangepast of gebruikt in welke vorm dan ook, online of offline, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van onze redactie.
[1] In onderzoek van Patel e.a. (2007) wordt gekeken naar de relatie tussen erfelijkheid en cardiovasculaire ziekten, perceptie van de risico’s en leefstijl bij jonge vrouwen: https://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S0002870307004541
[2] MINOCA staat voor: Myocardinfarct zonder obstructief coronairlijden. Grofweg betekent dit een hartinfarct waarbij geen vernauwing gevonden wordt.
[3] CMD staat voor Coronaire Microvasculaire Dysfunctie. Het wordt ook wel afgekort tot MCD. Beide termen betekenen hetzelfde.
[4] Zie ook het VrouwenHart interview met dr. Agostoni: https://vrouwenhart.nl/vrouwenhart-professionals/interview-met-dr-pierfrancesco-agostoni/