Prof. dr. Angela Maas is één van de eerste cardiologen die zich specialiseerde in het vrouwenhart. In 2003 begon zij met een cardiologisch spreekuur voor vrouwen. Ze was hiermee de eerste in Nederland. Sinds 2012 is zij hoogleraar Cardiologie voor vrouwen aan het Radboudumc. Daarnaast richtte zij HartvoorVrouwen op, om meer onderzoek op het gebied van het vrouwenhart te financieren.
Inmiddels komt haar pensioen in zicht. Geeft Angela Maas het stokje met een gerust hart door aan de volgende generatie?
U bent één van de bekendste voorvechters van het vrouwenhart. Ziet u inmiddels resultaat van uw inspanningen?
Ja, gelukkig wel. Het besef dat er veel man/vrouw-verschillen zijn in tal van aspecten van de cardiologie staat niet meer ter discussie. Bovendien wordt er veel over gepubliceerd en komt er steeds meer aandacht voor in de richtlijnen. Professionals kunnen er niet meer omheen.
Om maar bij de cardiologen te beginnen: ziet u een verandering bij cardiologen ten opzichte van het vrouwenhart?
Jazeker! Je merkt dat ze steeds meer willen weten en leren van diegenen die zich er meer in verdiept hebben. Ze stellen vragen, volgen nascholingen en webinars en brengen voortschrijdend inzicht steeds meer in de praktijk.
En ziet u een verandering bij huisartsen?
Dat is al veel langer aan de gang. In de nascholingen voor huisartsen wordt er expliciet naar meer uitleg gevraagd. Ook zijn er diverse kaderhuisartsen die er extra aandacht aan schenken.
Ziet u ook een verandering bij de patiënten zelf? Bijvoorbeeld dat ze beter geïnformeerd zijn of gerichtere vragen stellen?
Nou en of! Dat is al een paar decennia aan de gang. Ik herinner me nog in de jaren 80 en 90 dat echtgenoten antwoord gaven als ik iets aan hun vrouw vroeg, dat komt nu niet meer voor. Vrouwen zijn goed geïnformeerd en willen graag alles weten en begrijpen.
U heeft in uw loopbaan veel tegenstand ondervonden van (met name mannelijke) vakgenoten. Heeft dit uw aanpak beïnvloed?
Weerstand heeft mij geholpen om niet op te geven en door te gaan. Dat zit in mijn karakter. Het ‘vechten’ van vroeger hoeft niet meer, ook omdat er zoveel andere cardiologen zijn die het thema goed hebben opgepakt.
Zijn er lessen die u geleerd heeft die ook voor VrouwenHart nuttig zijn?
Neem je eigen klachten serieus, dat blijft altijd een belangrijk kernthema in de zorg en zeker in de cardiologie. Kom niet met excuses binnenvallen, wij zijn ervoor om klachten goed te onderzoeken, te verklaren en indien nodig te behandelen.
De indruk bestaat dat sommige vrouwenhart ziektes vaker voorkomen dan vroeger. Denkt u dat dit met maatschappelijke ontwikkelingen te maken heeft?
De interactie tussen sociaal-maatschappelijke factoren en ziekten is heel complex, maar wordt vaak onderschat. We zien het ook in de COVID-pandemie: een lagere sociaal-economische status betekent slechtere leefomstandigheden, minder geld en meer mensen die dicht op elkaar leven. Dat leidt tot een groter ziekterisico.
In de cardiologie zijn we geneigd om ons te focussen op een paar risicofactoren: bloeddruk, roken, cholesterol. Maar wat ik mis in de cardiologie is context. Je ziet dat de sociaal-economische omstandigheden een stempel drukken op de ziektes die we krijgen. Als je langs een lawaaiige snelweg woont, heb je per definitie al een slechtere gezondheid. Je hebt meer kans op hart- en vaatziekten en longziektes. Maar het heeft ook psychische gevolgen. Want wat denk je dat dat lawaai met je geestelijke gezondheid doet?
Ik zou het fijn vinden als we wat meer kijken naar de sociaal-economische omstandigheden waarin vrouwen leven. Stel, je man vertrekt en je hebt geen eigen inkomen, een pensioen van niets. Als je dan ouder wordt en je hebt niets te makken, dan komen de ziektes wel op je af. Je ontstekingssysteem wordt uit balans gebracht, waardoor je een combinatie van ziektes kunt krijgen.
Opleiding is cruciaal. Met een betere opleiding kun je een beter inkomen verwerven, kun je beter eten kopen, en kun je meer kennis opdoen over gezondheid. Met opleiding kun je levensjaren kopen.
De factor stress lijkt eveneens toe te nemen in onze samenleving, dat vertaalt zich ook in tal van gezondheidsproblemen en mannen en vrouwen gaan er anders mee om.
Zijn deze man/vrouw-verschillen in stress biologisch of ook psychologisch?
Er zijn zeker biologische verschillen, maar er zijn ook verschillen waarin we ermee omgaan. Mannen gaan even een biertje pakken als ontspanning. Vrouwen liggen ’s nachts te tobben. Vrouwen maken het soms ook erger voor elkaar. Ik werd vroeger op het schoolplein aangesproken hoe het voor mijn kinderen was dat ik een drukke baan had. Die voortdurende druk doet wat met je. Daarom vind ik het zonde dat de cardiologie zich alleen maar richt op de klassieke risicofactoren. Daarmee missen we de helft van het verhaal. Ik zou de sociaal-maatschappelijke context er graag bij willen nemen.
Hoe kunnen we de sociaal-maatschappelijke context in de zorg aan hartpatiënten betrekken?
Dat moeten we niet alleen maar met cardiologen doen. Dat moeten we multidisciplinair doen. We moeten niet alleen maar hameren op leefstijl. Voor sommigen is een gezonde leefstijl gewoon niet mogelijk. Je kunt wel een stukje zalm voorschrijven, maar daar heb je geld voor nodig. Of kijk maar eens naar roken. We kunnen wel blijven hameren op dat mensen moeten stoppen met roken, maar waarom gaan mensen roken? Sommige mensen zeggen: roken is het enige dat ik heb. We kijken er vanuit het verkeerde perspectief naar.
Bijvoorbeeld bij etnische groeperingen is hun problematiek toch een andere dan bij autochtone groepen. Je ziet daar meer huiselijk geweld, onderdrukking… Eten heeft daar ook een andere culturele betekenis. Dan moet je de boodschap op een andere manier brengen.
Stress lijkt ook een rol te spelen bij een ziekte zoals SCAD, maar dan op een andere manier. Er wordt gezegd dat SCAD vooral voorkomt bij een bepaald type vrouw; gezonde leefstijl, hoger opgeleid, perfectionistisch. Klopt dit beeld?
Dat klopt, we hebben dit onderzocht met Veerle Smaardijk die daar in december j.l. op is gepromoveerd. Het lijkt erop dat verschillende risicoprofielen ook andere typen hartinfarcten veroorzaken. Chronische stress is minstens zo belangrijk als hoge bloeddruk of een verhoogd cholesterol, maar het verschilt tussen mensen onderling en is lastig te sturen. Mannen kunnen stress veel beter ‘parkeren’ dan vrouwen, die tobben maar door tot het elastiek knapt. En dan heb je ineens een SCAD.
Kun je zeggen dat mensen die een SCAD krijgen over het algemeen perfectionistischer zijn of meer eisen aan zichzelf stellen?
Dat heeft ook weer met onze samenleving te maken. Die laat ons via media zien dat je perfect moet zijn. Bij SCAD is gemiddelde leeftijd 51. Die patiënten staan middenin de maatschappij, moeten alle ballen in de lucht houden. Ze moeten carrière maken, ze moeten aan sport doen en eigenlijk moeten ze er ook nog perfect uitzien. Ze mogen niet steeds een pizza bestellen, want ze moeten uit hun eigen moestuin een maaltijd samenstellen. Vaak hebben ze ouders op leeftijd, waar ze ook regelmatig naartoe moeten. Ze moeten voor hun ouders de was ophalen, koken of mantelzorgen. En dan hebben ze ook de zorg voor hun eigen kinderen nog. Ook tijdens de lockdown zie je verschillen. Vrouwen geven hun kinderen les, terwijl hun mannen op zolder rustig zitten te bellen.
Wat zijn uw verwachtingen voor de toekomst van het vrouwenhart?
Het begrip vrouwenhart is eigenlijk te smal, het gaat steeds meer om diversiteit en pluriformiteit van mensen en de interactie met de buitenwereld, dat kan ook voeding en milieuverontreiniging, lawaai en drukte zijn. We moeten af van de standaard hartpatiënt, die bestaat niet. Het begrip vrouwenhart is een tussenstap naar een veel breder kader, waarin elke patiënt het beste tot zijn of haar recht komt.
Inmiddels is uw pensioen in zicht. Gaat u met een gerust hart met pensioen?
Ik stop met patiëntenzorg over anderhalf jaar, dan heb ik dat 40 jaar gedaan. Ik verheug me erop meer tijd te hebben voor overkoepelende activiteiten in de zorg. Als ik zie hoe snel de ontwikkelingen gaan, dan laat ik de vrouwelijke patiënten met een gerust hart aan de volgende generatie over.
U heeft het onderzoeksfonds HartvoorVrouwen opgezet. Wat gebeurt er met dit project na uw pensioen?
Dat is nou een van de leuke dingen om te blijven doen. Met het fonds HartvoorVrouwen ondersteunen we onderzoeksprojecten bij vrouwen. Daar kan ik nog veel geld voor ophalen en langs de zijlijn een coachende rol in spelen.
Wat gebeurt er met uw betrokkenheid in andere onderzoeken, zoals IMPRESS? Draagt u dit stokje over?
Nee, als ik meer vrije tijd heb dan vind ik het juist leuk om een rol te spelen in een goed digitaal kenniscentrum voor de vrouwelijke patiënt. Uiteraard samen met de jongere generatie.
Denkt u dat er een opvolger moet komen die de strijd voor het vrouwenhart gaat voortzetten?
De strijd is niet meer nodig, de belangrijkste ambassadeurs voor betere zorg voor vrouwen zijn de patiënten zelf. Die hebben mij ook opgevoed, zijn mondiger geworden en spelen de hoofdrol in hun toekomst.
Heeft u nog tips of adviezen voor VrouwenHart?
Haal sociaal-economische factoren meer naar voren, onderstreep het belang van opleiding en economische zelfstandigheid bij vrouwen. Wat is de rol van huiselijk geweld op hartklachten? Van armoede? Milieuschade? Echtscheidingen? Als je de context van mensen meer meeneemt, dan maakt dat de impact veel groter.
Tekst: Angela Maas / Annemiek Hutten
Foto: Janita Sassen
Alle interviews op deze website zijn eigendom van VrouwenHart.nl. Deze mogen NIET worden verveelvoudigd, gekopieerd, gepubliceerd, opgeslagen, aangepast of gebruikt in welke vorm dan ook, online of offline, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van onze redactie.