Cardioloog Harriette Verwey ging drie jaar geleden met pensioen. Tijdens haar werkzame leven was zij gespecialiseerd in hartfalen en harttransplantatie, maar ook in het vrouwenhart. Ze kwam regelmatig in de media om aandacht te vragen voor man/vrouw-verschillen bij hart- en vaatziekten. En dat blijft ze doen, ook nu ze met pensioen is. We zijn benieuwd of Harriette Verwey al resultaten ziet van haar strijd voor het vrouwenhart. Maar eerst gaan we even terug naar de begintijd.
Uw strijd voor het vrouwenhart begon toen u tijdens een congres een onderzoek onder ogen kreeg waaruit bleek dat vrouwen bij hart- en vaatziekten andere klachten kregen dan mannen. Wanneer was dat ongeveer?
Dat was in 2003. Het was een congres van de American Heart Association in New Orleans. Daar werden de resultaten van de WISE study gepresenteerd (The Women’s Ischemia Syndrome Evaluation Study van Noel Bairey Merz e.a., de eerste studie in gender medicine). Deze publicatie was in het kader van de ‘Go Red For Women’ (GROW) campagne. First lady Laura Bush was daarbij aanwezig.
Wat was uw reactie?
Ik schrok ontzettend toen ik dat onderzoek zag. Het was een enorme wake up call. Ik was toen hoofd Hartbewaking, en heb alle dossiers van vrouwen laten ophalen uit het archief en opnieuw bekeken. Sommige vrouwen heb ik nagebeld. We hadden die vrouwen heel zorgvuldig nagekeken, met inspanningstesten, echo’s en coronaire angiograms, maar tot dan toe hadden we ons niet gerealiseerd dat we eigenlijk naar een ander soort ziektebeeld moesten zoeken. Mijn aandachtsgebied was hartfalen. Maar toen ging ik mij realiseren dat de problemen van het vrouwenhart ook in de kleine vaten kunnen zitten, en dan vooral bij jonge vrouwen.
We zeggen altijd: vrouwen hebben dunne vaten. En dat is niet alleen omdat het hart kleiner is. De slagaderverkalking zit bij vrouwen in de vaatwand en leidt tot versmalling van de vaten, in tegenstelling tot de aandoening bij oudere vrouwen en mannen. Daar zie je een lokale vernauwing. Dat leidt tot die spasmen. De hartspier heeft dan steeds extra zuurstof nodig, wat uiteindelijk leidt tot een slechte pompfunctie als gevolg van chronisch zuurstofgebrek.
Hoe bent u toen begonnen om meer aandacht te vragen voor het vrouwenhart?
In 2005 heb ik in het LUMC een 2-daags Awareness Symposium georganiseerd, in samenwerking met de afdelingen cardiologie, neurologie, interne geneeskunde, de Hartstichting en enkele patiënten. Dag 1 was voor collegae en dag 2 was een open dag. Presentatrice Tineke Verburg, nu wijlen, zorgde voor publiciteit (ik mocht in Twee Vandaag de open dag aankondigen). Er waren verhalen van patiënten en de mogelijkheid tot vragen stellen aan patiënten en artsen. Daarnaast was er de mogelijkheid om een vragenlijst in te vullen in combinatie met bloed prikken op lipidenspectrum, een glucosemeting, een ECG en een bloeddrukmeting. Alle deelnemers kregen binnen een maand een brief met de uitslagen en adviezen, bijvoorbeeld: u moet binnen zoveel weken naar uw huisarts voor verdere analyse en begeleiding, of: alles is goed etc. Er bleken veel mensen een hoge bloeddruk en/of verhoogde suikerspiegels te hebben zonder dat ze klachten hadden.
Toen was mijn bekendheid een feit, en werden vrouwen vanuit diverse windrichtingen naar mij verwezen. Soms op eigen initiatief, maar ook via collega-cardiologen. Ik heb ook veel interviews gegeven. Ik heb geen onderzoek gestart, omdat mijn expertisegebied chronisch hartfalen en harttransplantatie was. Dat vroeg al veel aandacht. Ik had niet de mogelijkheid om er nog een groot onderzoek bij te doen.
U bent inmiddels niet meer werkzaam als cardioloog. Volgt u de ontwikkelingen van het vrouwenhart nog wel?
Jazeker. Ik word toch weer verrast door de stroperigheid om dit onderwerp goed op de kaart te krijgen. Hart- en vaatziekten gedragen zich anders bij vrouwen. Ik weet niet waarom het niet sneller gaat. Ik ben nu alweer drie jaar uit het vak en zie nog niet veel vooruitgang. Ik was bijvoorbeeld teleurgesteld over de bijdrage van de voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie in het Volkskrant-artikel over SCAD. Dit ziektebeeld komt veel vaker voor dan hij aangaf, dat staat nota bene vermeld in de laatste richtlijnen van European Society of Cardiology aangaande ischemisch hartlijden. Gender medicine zou echt in het basiscurriculum moeten worden opgenomen. Niet alleen het hart met bijbehorende aandoeningen gedraagt zich anders bij vrouwen, maar ook ziektebeelden van andere organen.
Voordat een patiënt naar de cardioloog gaat, moet hij of zij eerst langs de huisarts. Heeft u het gevoel dat huisartsen al wat alerter worden op hartproblemen bij vrouwen?
Ja, huisartsen zijn veel alerter geworden. Zo doen ze vaker screening bij vrouwen die een gecompliceerde zwangerschap achter de rug hebben. Hun cardiovasculaire screening bij vrouwen is redelijk up-to-date en er wordt naar gehandeld. Er moeten nog inhaalslagen gemaakt worden, maar er zijn stappen in de goede richting gezet. Dat heb ik niet geconstateerd in de cardiologie.
Ziet u ook een verandering bij de patiënten zelf? Bijvoorbeeld dat ze beter geïnformeerd zijn of gerichtere vragen stellen?
Dat is een lastige vraag omdat ik niet meer actief in het vak ben. Recent hield ik een lezing in Nijkerk over symptomen en verschijnselen van hart– en vaatziekten bij vrouwen. Mijn verhaal sloeg in als een bom. Ik heb er op aangedrongen dat vrouwen 1. voor zichzelf moeten opkomen, niet alleen voor man en kinderen, 2. zich zonder verder onderzoek niet moeten laten geruststellen, en 3. moeten vragen naar de getallen en ze opschrijven. KEN UW GETALLEN, KEN JE RISICO en KOM IN ACTIE!
Positief vind ik de verschillende patiënten initiatieven zoals dat van jullie (VrouwenHart) en bijvoorbeeld Hella de Jonge die een documentaire heeft gemaakt naar aanleiding van wat haar is overkomen.
De oprichter van VrouwenHart, Caroline Verhage, is patiënt bij u geweest. Na een hartinfarct was ze al bij verschillende artsen geweest, maar pas bij u kwam ze erachter dat er man/vrouw-verschillen zijn bij hart- en vaatziekten.
Caroline is een klein jaar patiënt bij mij geweest. Ze werd via via naar mij doorgestuurd. Ik heb Caroline leren kennen als een heel sterke vrouw. Ik vind het heel mooi hoe ze zich na dat hartinfarct weer terugvocht in het leven. En dat ze op deze manier nu zelf aandacht vraagt voor het vrouwenhart en gender medicine.
Over sterke vrouwen gesproken: u bent zelf in verschillende opzichten een rolmodel. Niet alleen als cardioloog, maar ook als Surinaamse vrouw. Is dat een bewuste keuze van u geweest?
Het was zeker geen bewuste keuze. Op een zeker moment merkte ik dat mensen mij volgden, dat ze mij als een voorbeeld zagen. Toen dat tot mij doordrong, heb ik daar gebruik van gemaakt om mensen met een andere sociaal-maatschappelijke klasse en etniciteit te motiveren om het beste uit zichzelf te halen. Ik heb bijvoorbeeld acht jaar lang lesgegeven aan kinderen uit lagere sociaal-economische milieus van de stad Leiden. Ik ging altijd op hun niveau met ze in gesprek. Dan vroeg ik: wat wil je worden? En vervolgens besprak ik met ze waaróm ze dat wilden worden. Ik gaf niet alleen les, maar ik nam ze ook een middag mee naar het ziekenhuis. Het begon al bij de beveiliging. Daar mochten ze vragen stellen aan de beveiligingsmedewerker. Daarna gingen ze mee naar het helicopterdek. En daarna kwamen ze op de Hartafdeling. Daar mochten ze een patiënt interviewen, spraken ze met verpleegkundigen, met een voedingsassistent. Op zo’n middag zagen die kinderen wel 15 professionals aan wie ze vragen konden stellen. Ik vond het heel belangrijk dat die kinderen het beste uit zichzelf konden halen. Ondanks dat ik zelf uit een arm Surinaams gezin kwam, hebben mijn ouders ook altijd een bredere scope gehad. Haal het beste uit jezelf.
Het is ook bekend dat het geloof een belangrijke rol in uw leven speelt. Op welke manier heeft u het geloof gecombineerd met de cardiologie?
Mijn geloof, of Christen zijn, is voor mij een natuurlijk iets. Ik richt mijn leven in aan de hand van mijn geloof. Toen ik cardioloog was, betekende het dat ik mij maximaal inzette voor de patiënt, omdat ik de verantwoordelijkheid voor diens leven droeg. Daarbij heb ik altijd de kwaliteit van leven voor ogen gehad. Soms moest ik tegen een patiënt zeggen: Ik kan niets meer voor je doen. En dan bleef zo’n patiënt toch in mijn hoofd zitten. En als ik dan tijdens een congres eens iets hoorde dat betrekking had op dat ziektebeeld, dan nam ik daarna weer contact op. Medemenselijkheid heb ik altijd hoog in het vaandel gehad. Respect voor het leven, met bewustzijn voor de verantwoordelijkheid die ik droeg.
U bent nu met pensioen. Bent u nog wel actief voor het vrouwenhart?
Ik heb een tijdje geleden een lezing voor de Rotary gegeven over het vrouwenhart en gender medicine. Daar is toen een infographic gemaakt, die ook door jullie gedeeld is, waar ik heel veel reacties op gekregen heb. Als ik bij een lezing een wake up call kan geven, dan werk ik graag mee. Als ik gevraagd word om voor jongeren te spreken, dan doe ik dat heel graag. En ik word ook regelmatig gevraagd voor lezingen voor topvrouwen. Dan gaat het over keuzes maken. Dan kan ik uiteraard alleen maar uit mijn eigen ervaring vertellen. Ik heb geleerd om niet achteruit te kijken, maar om te kijken naar wat ik kan doen om er verder mee te komen.
Awareness, als ik daaraan kan bijdragen, dan doe ik dat graag. Bewustwording van vrouwen maar ook van mannen. Vooral bij de vrouwen heeft de bewustwording groot effect. Als een vrouw bewust wordt van een gezonde lifestyle, verandert ze haar gezin. Want ze zorgt dat haar gezin gezonder gaat leven. Ze praat erover met haar vriendinnen, met haar ouders, op haar werk. Uiteindelijk verandert één vrouw een hele community. Als een man bewust wordt, verandert hij alleen zichzelf, en daaraan moet gewerkt worden.
Wat zijn uw verwachtingen voor de toekomst van het vrouwenhart en gender medicine?
Het is belangrijk dat er de komende drie jaar iemand gaat opstaan om het vrouwenhart op de kaart te houden. Dat moet een goede coördinator zijn, een bruggenbouwer. Want op dit moment is er nog geen gebundelde samenwerking. Ik denk dat het geleid moet worden door een cardioloog. Dat hoeft niet per se een vrouw te zijn; het kan zelfs een grotere impact hebben als een man het leidt. Maar het moet iemand met enorme drive zijn, die de verschillende partijen verbindt: de NVVC, de onderzoekers, de Hartstichting en de patiëntenorganisaties.
De WISE Study, waar in het artikel naar verwezen wordt, is hier te vinden: https://www.jacc.org/doi/full/10.1016/s0735-1097%2899%2900082-0
Ook de moeite van het lezen waard zijn de volgende artikelen, die ook laten zien dat de hierboven beschreven inzichten over onder andere gender medicine al ruim tien jaar oud zijn:
https://www.jacc.org/doi/full/10.1016/j.jcmg.2016.02.011
https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0735109709025650?via%3Dihub
https://core.ac.uk/download/pdf/82197729.pdf
Tekst: Harriette Verwey / Annemiek Hutten
Foto: Raúl Neijhorst
Alle interviews op deze website zijn eigendom van VrouwenHart.nl. Deze mogen NIET worden verveelvoudigd, gekopieerd, gepubliceerd, opgeslagen, aangepast of gebruikt in welke vorm dan ook, online of offline, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van onze redactie.
A. Verrijzer-wisse zegt
Dokter verweij is en blijft een topvrouw, helder artikel. Ik ben nog steeds groot bewonderaar van deze dame, die het leven met mijn hart tot nu toe leefbaar met een acceptabele kwaliteit heeft gemaakt.
Fijn dat jullie dit interview met ons delen, ga vooral zo door.