Menno Baars is cardioloog en oprichter van HartKliniek; een keten van 12 vestigingen. Hij doet spreekuren in verschillende vestigingen. Naast cardioloog is hij kunstschilder. VrouwenHart is benieuwd hoe hij de cardiologie combineert met beeldende kunst. Levert zijn kunstenaarsblik hem inzichten op die hij in de cardiologie kan gebruiken? En wat kan hij daarmee betekenen voor het vrouwenhart? We spraken met hem in een Vrouwenhart Interview.
Waarom heeft u zich gespecialiseerd in het vrouwenhart?
Het verschil in vrouw of man zijn heeft altijd mijn interesse gehad. En dan heb ik het zowel over het verschil in aangeleerde cultuur, zoals hoe vrouwen doen en denken en wat hun waarden en voorkeuren zijn, als over de anatomische verschillen. Vrouwen zien er niet alleen anders uit, maar beleven dingen ook anders dan mannen dat doen.
In welke zin verschillen mannen en vrouwen van elkaar?
Mannen en vrouwen zijn biologisch anders. Daar zit een heleboel cultuur omheen, waardoor mannen en vrouwen zich ook anders gedragen. Maar we moeten niet vergeten dat de basis het biologische verschil is.
In deze maatschappij is men steeds meer geneigd naar ‘iets van gelijkheid’, zo van ‘we zijn allemaal hetzelfde’, waardoor er steeds minder oog voor dit biologische en culturele verschil is. Maar in de medische wetenschap is het juist wel belangrijk om te discrimineren, omdat zonder oog voor het man/vrouw- verschil de behandeling niet op maat kan zijn.
Hoe uit dit man/vrouw-verschil zich in de spreekkamer van de cardioloog?
Allereerst is er helaas nog veel te weinig tijd in de meeste spreekkamers. Bij mannen is dat niet zo’n probleem, want die flappen er vaak gemakkelijk uit wat het probleem is. Daar komen we snel uit. Maar bij vrouwen heb je gewoon meer tijd nodig, omdat ze zich anders uitdrukken dan mannen én omdat hun klachten anders kunnen zijn dan die van mannen.
Tijd is echt een probleem. In Nederland zijn we erg zuinig met consulten. In een land als Italië bijvoorbeeld zijn er vier keer zoveel cardiologen per inwoner als in Nederland. Dat maakt wel verschil.
Wat kunt u vrouwen met typische vrouwenhartproblemen bieden?
In HartKliniek hebben we de planning op de poli zo gemaakt, dat er veel meer tijd is per patiënt. We kunnen daarom beter naar vrouwen luisteren, we kunnen kleinere dingen meer op waarde schatten. Vaak ben je al heel aardig op weg als je gemeende aandacht hebt voor die persoon tegenover je en je probeert in te leven. In 80% van de gevallen kun je de diagnose al stellen door heel goed met iemand te praten.
Vervolgens hebben we in onze kliniek de mogelijkheid om snel onderzoek te doen naar zuurstofgebrek op het hart van zowel de grotere als juist ook de kleinere kransslagaderen. We maken hierbij gebruik van de DFE-techniek. Dat is een iets oudere techniek, die weer aan interesse wint. De DFE-techniek wordt ook wel de stress-echo genoemd. Bij deze test wordt een fysieke inspanning nagebootst door het geneesmiddel dobutamine toe te dienen. Daarbij wordt de hartspierpomp zowel in rust als bij maximale inspanning bekeken.
Waarom kiest u specifiek voor de DFE-techniek? Voor CMD-patiënten is inmiddels ook de acetylcholinetest beschikbaar.
De acetylcholinetest is een goede test naar eventueel knijpende bloedvaatjes (vaatspasmen) van het hart. Deze test wordt (nog) niet in voldoende mate aangeboden om alle vrouwen te kunnen onderzoeken. Bovendien is dit onderzoek niet zonder risico; het geeft een verhoogde kans op levensgevaarlijke ritmestoornissen. De acetylcholinetest is daarmee misschien een oplossing voor vrouwen waarbij we er echt niet uitkomen. Eerder zou ik kiezen voor DFE of CT-scan en eventueel ook eerst nog voor een proefbehandeling met geneesmiddelen.
Vindt u dat u een speciale rol vervult in het uitdragen van de vrouwenhartproblematiek?
Ja, ik vind het belangrijk dat een dokter oog heeft voor het sekseverschil en daar ook zijn onderzoek en behandeling op afstemt. Klachten die a-typisch genoemd worden … het is maar net wat je a-typisch vindt. Klachten als bijvoorbeeld het strakke bh-gevoel en kortademigheid hoor ik bij veel vrouwen.
Ik ben ook niet uit het lood geslagen als ik een patiënt aanbied voor hartkatheterisatie en er komt niets uit. Dan ben ik nog niet klaar, maar ga ik nog verder zoeken. Ik ben ook wel bereid om verder te gaan dan conventionele medicijnen, bijvoorbeeld met medicijnen die in Nederland nog niet vergoed worden. Daar kunnen we over praten, en ook over homeopathie of alternatieve geneeswijzen. Ik wijs het niet meteen af.
Hoe staan uw collega’s tegenover uw werk voor het vrouwenhart?
Ik merk gelukkig dat steeds meer, vooral jonge, artsen openstaan voor een verschillende benadering van het vrouwenhart en het mannenhart, en bereid zijn om verder te kijken dan een eerste niet-afwijkende test.
Wat doet u om eventuele sceptische of onwetende collega’s te informeren en overtuigen?
Ik ga altijd in gesprek met iedereen die het verschil nu nog steeds ontkent. Niet belerend, maar gewoon geïnteresseerd waarom het inzicht nog steeds ontbreekt.
Welke ontwikkelingen verwacht u op het gebied van het vrouwenhart?
Ik denk dat de inzichten die wij nu vergaren rondom het vrouwenhart zullen leiden tot ook meer inzicht in het mannenhart, en daarmee tot een veel diepgaandere kennis. Neem nu de rol die de kleine bloedvaatjes van het hart kunnen spelen bij pijn op de borst, in de situatie dat er geen afwijkingen zijn gevonden in de grote kransslagaderen bij hartkatheterisatie. Tot voor kort dacht niemand daaraan. Nu lijkt het dat dit ook bij mannen kan opspelen.
Kan het zijn dat een ziekte als CMD dus veel vaker bij mannen voor blijkt te komen dan we dachten?
Ja dat denk ik. Dat is heel grappig. Dan zijn het de vrouwen die een voortrekkersrol hebben genomen, waardoor er een bepaalde bewustwording is gekomen. Dat is een verruiming in het denken. Misschien is het vrouwenhart dus niet eens zo erg verschillend van het mannenhart.
Wat ik het belangrijkste vind: dat we er als dokters in ieder geval voor openstaan. Dat we bereid zijn om het serieus te nemen, daar hangt alle innovatie vanaf.
Een anekdote ter illustratie: bij een hartinfarct was jarenlang de gedachte dat je zo snel mogelijk dat stolsel moest oplossen. Eén arts dacht juist: je moet zo snel mogelijk dat bloedvat openmaken. Inmiddels is dotteren de meest toegepaste behandeling.
Wat vindt u van de zorg die we nu aan vrouwen met een hartinfarct kunnen bieden?
Mensen worden na een hartinfarct snel naar huis gestuurd. Er is niet alleen weinig tijd voor de patiënten, maar er is ook weinig nazorg. Terwijl het emotioneel enorm is wat er met je gebeurt. Vooral als dat met een vraagteken omgeven is. Daarom is het belangrijk dat je onder langdurige chronische controle komt. Om die reden vind ik ook de hartrevalidatie ook van groot belang. Je zit daar in een groepje lotgenoten, in een multidisciplinair team. Dan is alles gericht op het herwinnen van je vertrouwen. Daardoor heb je veel minder heropnames.
U combineert cardiologische zorg met schilderen. Hebben deze twee met elkaar te maken?
Schilderen is een goede tegenhanger. In mijn werk in de kliniek ben ik heel erg druk en met mensen bezig. Ik ben dan onder de mensen, met mensen, iedereen vraagt mij wat en daar geef ik graag antwoord op. Maar ik krijg dan ook vaak tragische dingen mee naar huis. Mijn atelier is besloten, dan ben ik helemaal op mezelf, een kluizenaar welhaast. Daar kan ik mijn hersenen leegmaken, mezelf reloaden. Daarna heb ik weer genoeg energie om de medische arena weer te betreden. Omgekeerd heb ik voor het schilderen mijn artsenij juist nodig. Als ik bijvoorbeeld een tijdje op vakantie ben, wordt mijn inspiratie steeds minder. Dan komt er niets.
Waar ligt uw eigen focus voor de komende twee jaar?
Ik wil mij meer gaan inzetten in het opleiden en trainen van enthousiaste nieuwe cardiologen die aan de slag gaan bij HartKliniek en die, net zoals ik, openstaan voor het vrouwenhart.
Kent u de website VrouwenHart.nl?
Ik vind het fantastisch dat jullie dit doen. Juist jullie die meegemaakt hebben dat er onvoldoende aandacht werd geschonken aan vage, ‘typisch vrouwelijke’ klachten en die weten waar de valkuilen liggen in de zorg, zijn de beste gidsen voor anderen.
Noot van de redactie:
Menno Baars is oprichter van HartKliniek, en in die hoedanigheid heeft hij de leiding over de 12 vestigingen. In dit interview hebben we hem gevraagd naar zijn persoonlijke opinies als cardioloog. Deze zijn weliswaar gebaseerd op zijn brede ervaring binnen HartKliniek, maar gelden dus niet per definitie voor alle cardiologen werkzaam bij HartKliniek.
Voor meer informatie over HartKliniek: http://www.hartkliniek.com
Voor meer informatie over de kunstwerken van Menno Baars: http://www.mennobaars.com
Tekst: Menno Baars / Annemiek Hutten
Foto’s kunstwerken: Lieuwe Zander
Alle interviews op deze website zijn eigendom van VrouwenHart.nl. Deze mogen NIET worden verveelvoudigd, gekopieerd, gepubliceerd, opgeslagen, aangepast of gebruikt in welke vorm dan ook, online of offline, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van onze redactie.