“Ik verwacht dat het vrouwenhart en vrouw-specifieke hartziekten onderdeel gaan uitmaken van de standaard kennis die artsen hebben.”
Dr. Mommersteeg is werkzaam als universitair docent Medische en Klinische psychologie aan het Center of Research on Psychology in Somatic diseases, Tilburg University.
Als universitair docent houdt zij zich bezig met zowel wetenschappelijk onderzoek, als het geven van onderwijs aan studenten psychologie. Ze doet onderzoek naar de rol van stress en psychologische klachten in het ontstaan en verergeren van hartziekten. Daarbij richt zij zich speciaal op hartziekten waarbij er geen duidelijke vernauwingen zijn van de kransslagader. Dit komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen.
Waarom heeft u zich gespecialiseerd in het vrouwenhart?
Dat is gegroeid, vanuit de interesse van een student die zich verwonderde over dat er relatief veel vrouwen waren zonder obstructieve hartziekten (hartziekten zonder vernauwing van de kransslagader). In ons onderzoek bij deze patiënten was de helft vrouw, terwijl bij onderzoeken bij patiënten die een hartinfarct of dotterbehandeling ondergaan hebben, slechts één op de vier of vijf vrouw is. Vanuit onderzoek weten we dat psychologische klachten zoals stemming en angst een rol spelen bij het ontstaan en verergeren van hartziekten. Vrouwen ervaren gemiddeld meer angst- en somberheidsklachten dan mannen, en ik vroeg me af of vrouwen met angst- en stemmingsklachten ook meer risico hebben op het ontstaan en verergeren van hartziekten.
Dankzij een subsidie vanuit ZonMw en de Hartstichting hebben we dit kunnen onderzoeken door de resultaten van veel andere onderzoeken samen te vatten in een meta-analyse. Het blijkt dat bij zowel vrouwen als mannen psychologische klachten een risico vormen voor het ontstaan én verergeren van hartziekten.
Opvallend was dat er geen verschillen waren tussen vrouwen en mannen in de kans op het ontstaan van hartziekten, maar dat mannen met psychologische klachten een hoger risico hadden dan vrouwen op het erger worden van hartziekten. Dat was een andere bevinding dan we hadden verwacht. Ik denk dat de verklaring ligt in de onderzoeksgroep. De meeste onderzoeken zijn bij patiënten met obstructieve hartziekten gedaan, zoals patiënten met een hartinfarct of dotterbehandeling, waarvan we weten dat de meerderheid man is. Er is bijvoorbeeld nog weinig onderzoek gedaan onder vrouwen met hartproblemen in de kleine vaatjes, omdat daar nog geen duidelijke diagnose voor is. Daardoor mis je die groep vrouwen in de onderzoeksgroep. Er zijn wel verschillende testen in ontwikkeling om problemen met de kleine vaatjes te meten, zoals de acetylcholinetest in combinatie met een drukmeting. Op dit moment wordt onderzoek gedaan naar de effectiviteit van die testen.
Er is dus nog werk te doen, om te kijken of er vrouw-man verschillen zijn in de rol van psychologische klachten bij hartziekten zonder duidelijke vernauwingen van de kransslagader.
Kunt u iets meer zeggen over de rol van stress bij het ontwikkelen van hart- en vaatziekten? Is er bijvoorbeeld een verschil tussen acute en chronische stress?
Acute stress kan zich bijvoorbeeld uiten in tako tsubo, ‘gebroken hart syndroom’. Die relatie is vrij eenduidig. De meeste stressoren zijn echter chronisch. En die hangen met veel dingen samen. Mensen met chronische stress hebben soms al een verhoogde gevoeligheid voor stress, bijvoorbeeld door wat ze in hun jeugd hebben meegemaakt. Daardoor staat hun stresssysteem anders afgesteld, en hebben ze een verhoogd risico op ziektes, waaronder hart- en vaatziekten. Dat hoeft natuurlijk niet, maar het risico is wel groter. Iets vergelijkbaars geldt voor psychologische aandoeningen, zoals angst en depressie. Ook zien we een relatie met persoonlijkheidskenmerken. Mensen met een zgn. type D-persoonlijkheid (die zich bijvoorbeeld uit in zwaarmoedigheid, teruggetrokkenheid en het minder uiten van emoties uit angst voor afwijzing), lopen een verhoogd risico.
Er wordt veel onderzoek gedaan naar de rol van depressie en angst in het ontwikkelen en verergeren van ziekten. Een gedeelte daarvan is biologisch. Mensen met depressieve en angstige gevoelens ervaren meer stress. Hun stresssysteem staat zo afgesteld dat ze eerder stress ervaren. En via stresshormonen, het zenuwstelsel en het afweersysteem lopen ze dan een verhoogd risico op aandoeningen, waaronder hart- en vaatziekten.
Bij vrouwen spelen ook hormonen een rol. Kunt u hier nog iets meer over zeggen?
Het gaat vooral om de schommelingen in de hormoonhuishouding. Op bepaalde momenten van de cyclus, na de zwangerschap, tijdens de menopauze. En er zijn ook vrouwen bij wie er al een ontregeling van de hormonen is, door bijvoorbeeld PCOS of verwijdering van de baarmoeder.
Oestrogenen doen heel goede dingen voor je lichaam; die maken je vaten soepel. Als die oestrogenen gaan afnemen, dan kan er een ontregeling ontstaan. En dat gaat ook weer samen met meer psychologische klachten. Al die processen zijn lastig in kaart te brengen.
Vindt u dat u een speciale rol vervult in het uitdragen van de vrouwenhartproblematiek?
Jazeker, er is relatief weinig aandacht voor de rol van psychologische klachten bij hartziekten. Dit is relevant bij zowel vrouwen als mannen. Een probleem is dat dit gemakkelijker wordt opgemerkt bij vrouwen, of juist gebagatelliseerd wordt, en daarmee loop je de kans een depressie te missen bij een man, of stress onterecht af te doen als alternatieve verklaring voor (onbegrepen) hartklachten, met name bij vrouwen. Terwijl: ervaren stress en het hart zijn op veel manieren met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar wederzijds.
Vanuit Europese en Amerikaanse richtlijnen begint de boodschap door te komen dat psychologische klachten een rol spelen bij ontstaan, behandeling en verergering van hartziekten. Het goede nieuws is dat behandeling voor deze klachten helpt om de klachten te verminderen. Er zijn ook steeds meer cardiologie-afdelingen die een kort lijntje hebben met de medische psychologie-afdeling in het ziekenhuis. Zijn er redenen om aan te nemen dat er klachten zijn die het ziekteproces van de patiënt kunnen beïnvloeden? Dan kan het zinvol zijn een patiënt door te verwijzen voor een gesprek. Mijn collega dr. Nina Kupper is bezig met het ontwikkelen van een kort screeningsinstrument, waarmee je op basis van een tiental vragen snel een eerste selectie kan maken van psychologische klachten. Het uitvragen van psychologische klachten als risicofactor zou net zo normaal moeten zijn als het onderzoeken van een hoge bloeddruk, cholesterol, of diabetes-risico.
Hoe staan uw collega’s tegenover uw werk voor het vrouwenhart?
Heel positief! Vanuit ons departement Medische en Klinische Psychologie hebben we als doel de kwaliteit van leven van mensen met psychische en/of somatische klachten te verbeteren. We werken daarbij samen met ziekenhuizen, waaronder de afdeling Cardiologie van het Elisabeth-Tweesteden Ziekenhuis Tilburg. Cardiologen Prof. dr. Jos Widdershoven en Dr. Michael Magro hebben hart voor onderzoek, en andersom kan ik onderzoeksvragen uitzoeken die vanuit de praktijk komen.
Samen met Prof. Angela Maas van het Radboudumc en Prof. Wijo Kop heb ik de afgelopen jaren een promotieonderzoek begeleid. Op initiatief van patiënten, veelal jonge vrouwen, die een scheur van de kransslager hebben gehad (SCAD) hebben we onderzocht wat de rol van psychologische klachten is bij deze aandoening. Deze samenwerking met en vanuit de praktijk zijn echt een win-win situatie.
Wat doet u om eventuele sceptische of onwetende collega’s te informeren en overtuigen?
Op dit moment ben ik begonnen met een onderzoek waarbij we naast de mening van de patiënt ook artsen gaan vragen naar de diagnose en het behandeltraject van patiënten met onduidelijke hartklachten. Waar lopen zij tegenaan? Wat zou er anders of beter kunnen? Hoe kan ik daar als onderzoeker aan bijdragen? Voor veel dingen geldt: ‘je gaat het pas zien als je het doorhebt’. Ik verwacht met dit project bij te kunnen dragen aan het ontwikkelen van een tool om communicatie tussen arts en patiënt te kunnen verbeteren.
Ik ben geen arts, maar onderzoeker. Het spanningsveld tussen waar een patiënt behoefte aan heeft en wat de arts kan bieden, dat is voor mij een nieuw aandachtsgebied in mijn onderzoek. Een patiënt heeft behoefte aan gehoord worden en duidelijkheid. Wat ik van artsen meekrijg, is dat ze met complexe informatie om moeten kunnen gaan om een diagnose en/of behandeling op te stellen, en dit vervolgens op een patiëntvriendelijke manier communiceren, in een zeer beperkte tijd. Ik heb veel respect voor het vakwerk van huisartsen en specialisten zoals cardiologen.
De kennis over vrouw-specifieke hartziekten is enorm toegenomen de afgelopen jaren, en vanuit verschillende kanten, waaronder deze website, wordt informatie gebracht naar patiënt en arts. De Hartstichting heeft inmiddels goede informatie over problemen met de kleine vaatjes van het hart. En er is vanuit de Nederlandse Vereniging Voor Cardiologie (NVVC) een gender werkgroep.
Ik heb er vertrouwen in dat doordat er bij de opleidingen meer aandacht is voor sekse- en gender-specifieke kennis, de kennis in de praktijk toeneemt. Daardoor kunnen klachten die nu nog als vrouw-specifiek worden afgedaan meer gezien, eerder herkend en beter behandeld worden. Daar wil ik als onderzoeker aan kunnen bijdragen.
Zie voor een uitleg van de Hartstichting over de problemen met de kleine vaatjes van het hart: https://www.hartstichting.nl/hart-en-vaatziekten/vrouwen-en-hart-en-vaatziekten/problemen-in-de-kleine-bloedvaatjes-van-het-hart
Welke ontwikkelingen verwacht u op het gebied van het vrouwenhart?
Dat het vrouwenhart en vrouw-specifieke hartziekten onderdeel uitmaakt van de standaard kennis die artsen hebben. Ik hoop dat daarmee het vertrouwen verder groeit dat het niet uitmaakt bij welke arts je terechtkomt, omdat je overal goede zorg kan verwachten.
Waar ligt uw eigen focus voor de komende twee jaar?
Een aantal projecten heb ik hierboven omschreven, daar hou ik me de komende jaren ook mee bezig. Een doel daarbij is meer aandacht genereren voor de rol van psychologische klachten bij hartziekten. Dit is zowel bij vrouwen als bij mannen relevant.
Daarnaast ga ik me de komende jaren richten op het ontwikkelen van een keuzehulp. We willen op basis van gesprekken met patiënten met onduidelijke hartklachten, cardiologen en huisartsen kijken of we een tool kunnen ontwikkelen. Deze keuzehulp kan naar verwachting bijdragen aan dat de patiënt met de arts samen een beslissing kan nemen over het diagnose en behandeltraject. Dit plan sluit goed aan bij de aanpassingen per 1 januari 2020 in de Wet Geneeskundige Behandelovereenkomst (WGBO; zie ook: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/rechten-van-patient-en-privacy/rechten-bij-een-medische-behandeling/rechten-en-plichten-bij-medische-behandeling).
Eén van de aanpassingen in de WBGO-wet is een uitbreiding van voorlichting, zodat de patiënt samen met de arts tot een goede beslissing kan komen over een behandeling. Hoe de keuzehulp er precies uit gaat zien en wat de inhoud wordt gaan we in een eerste traject bekijken door in gesprek te gaan. Het ontwikkelen van de tool wordt een tweede stap. Financiering voor dit project is dankzij een We Care subsidie (als samenwerking tussen Tilburg University en het Elisabeth-Tweesteden Ziekenhuis) en een crowdfunding vanuit de Hartstichting bij elkaar gekomen (zie de links hieronder).
https://www.tilburguniversity.edu/nl/onderzoek/impact/we-care
https://steunmijnonderzoek.hartstichting.nl/project/mommersteeg?locale=nl
Kent u de website VrouwenHart.nl?
Een prachtig initiatief! Ik zie op Amerikaanse websites al jaren dat patiënten elkaar vinden en informatie uitwisselen, of hun verhaal kunnen doen. Facebook is bij uitstek een plek om steun te vinden, en het vrouwenhart als website sluit daarbij aan door kennis te plaatsen. Het is hard nodig, er is behoefte aan contact en uitwisselen van ervaring, weten dat je niet alleen staat met de klachten die je hebt, of bijwerkingen van medicijnen, of om gewoon je verhaal te kunnen doen.
Vanuit subsidie van ZonMw en de Hartstichting heeft dr. Mommersteeg bijgedragen aan het organiseren van een avond rondom het vrouwenhart, vanuit het Science Café Tilburg. Prof. Angela Maas en Prof. Jos Widdershoven verzorgden hier een presentatie. De opnames van deze avond zijn hier te bekijken:
Tekst: Dr. Paula Mommersteeg / Annemiek Hutten
Alle interviews op deze website zijn eigendom van VrouwenHart.nl. Deze mogen NIET worden verveelvoudigd, gekopieerd, gepubliceerd, opgeslagen, aangepast of gebruikt in welke vorm dan ook, online of offline, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van onze redactie.